Een oproep van Reindert Kuiper tijdens een NVSA-congres bracht het balletje aan het rollen. Kuiper riep de advocatuur op om een bijdrage te leveren aan het in kaart brengen van vormverzuimen die veel voorkomen. In navolging hierop plaatste het Advocatenblad onder het kopje ‘Strafpleiters opgelet’ een bericht met het verzoek ervaringen met structurele vormverzuimen aan de redactie te sturen. Er volgde een gesprek met verschillende deskundigen op dit gebied en twee raadsheren van de Hoge Raad. Advocaat Robert Malewicz, een van de gespreksdeelnemers, doet verslag.

In het standaardarrest van 19 februari 2013 (ECLI:NL:HR:2013:BY5321), dat ziet op vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek, heeft de Hoge Raad uiteengezet dat er in het strafproces nog slechts in uitzonderlijke gevallen plaats is voor bewijsuitsluiting. Enkel wanneer door het verzuim niet langer sprake is van een eerlijk proces ex artikel 6 EVRM, bij een aanzienlijke schending van een ander belangrijk strafvorderlijk voorschrift of indien uit objectieve gegevens blijkt dat het betreffende vormverzuim een structureel karakter heeft, zal bewijs mogen worden uitgesloten.

De oproep in het blad heeft de nodige reacties opgeleverd. Daarnaast volgde op initiatief van Reindert Kuiper, die zijn proefschrift schreef over vormverzuimen, een uitnodiging om met twee raadsheren van de Hoge Raad (Van Schendel en Buruma) te komen spreken over hoe de structurele vormverzuimen het beste in kaart kunnen worden gebracht.

Op 1 juli vond het gesprek plaats. Daarbij schoven verder aan Joost Nan en Dino Bektesevic (namens de EUR), Reindert Kuiper en ondergetekende. Aan het Lange Voorhout werden de eerste gezamenlijke plannen gesmeed om zicht te krijgen op de verzuimen. Allereerst zal via een uitvoerige analyse van lagere rechtspraak worden beoordeeld welke vormverzuimen veel voorkomen en hoe daar door de lagere rechters mee om wordt gegaan. Daarbij worden ook de ingestuurde bijdragen van de lezers van het Advocatenblad betrokken. Verder zal worden onderzocht in hoeverre de politie beleid aan het ontwikkelen is dat de rechtbank doorgaans niet haalt, maar waarvan wel een mogelijke relatie te leggen valt met het minder streng sanctioneren in de rechtspraak van vormverzuimen. Reindert Kuiper verwoordde het naar aanleiding van een interview in het Advocatenblad (nr 7, juli 2014) als volgt: ‘We willen geen politie en OM die zich niets aan de wet gelegen laten liggen, maar we willen ook niet dat een weinig ernstige vormfout de berechting frustreert.’

Na de zomer zal het onderzoek verder worden uitgevoerd, waarna ongetwijfeld een nieuw bezoek aan het Lange Voorhout op het programma staat om de resultaten te bespreken. Van de uitkomst houd ik u op de hoogte. Blijft u vooral uw ervaringen insturen.

Robert Malewicz, advocaat bij Cleerdin & Hamer Advocaten te Amsterdam, redactielid van het Advocatenblad.

Advertentie