Overheden hebben de neiging regels voor advocaten richting staatstoezicht op te rekken. Daarbij wantrouwen ze de geheimhoudingsplicht van advocaten. De Nederlandse staat vormt hierin geen uitzondering. Dat zei Hans Vogels, lid van de algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten (NOvA) zondag 26 juli tijdens een conferentie voor Iraanse advocaten in Teheran. Thema van de conferentie was ‘Independence of the legal profession’.Bijlage:
Op uitnodiging van de Iranian Central Bar Association sprak AR-lid Hans Vogels over de Nederlandse advocatuur. In de zaal zaten rond de tweeduizend mensen, voornamelijk Iraanse advocaten maar ook enkele leden van de Iraanse Raad van State, parlementariërs, en rechters. Ongeveer een vijfde van hen was vrouw.
Met het akkoord van Iran en de zes wereldmachten op 14 juli 2015 over het nucleaire programma van Iran, in ruil voor het opheffen van de nucleair gerelateerde sancties, had de conferentie niets te maken. Een mooie samenloop van omstandigheden was het wel.
Vogels sprak over de manier waarop de advocatuur in Nederland is georganiseerd (zie de speech in onderstaand pdf-bestand). Over de kernwaarden van de advocatuur en met name over de onafhankelijkheid ten opzichte van de overheid. De verordeningsbevoegdheid van de Nederlandse orde van advocaten, het toezichtdebat, en de balans tussen de balie en de formele wetgever, ‘een breekbare balans’.
Overheden hebben volgens Vogels de neiging om regels voor advocaten richting staatstoezicht op te rekken. ‘Dat betekent dat individuele advocaten een balie nodig hebben om de onafhankelijkheid van de beroepsgroep te waarborgen.’
Het waarborgen van de onafhankelijkheid is volgens Vogels een voortdurende uitdaging. ‘We weten allemaal dat de belangen van de overheid en de democratie in strijd kunnen zijn met individuele belangen,’ zei Vogels tijdens zijn toespraak. ‘Omdat advocaten optreden als beschermers van de belangen van individuele burgers, is hun werk belangrijk en moeilijk.’
In zijn speech benoemde Vogels ook de manier waarop het Nederlandse tuchtrecht is georganiseerd. ‘Rechters die een zaak behandelen kunnen geen tuchtrechter zijn in dezelfde zaak.’ Daarmee refereerde hij aan de situatie in Iran waar een rechter disciplinaire maatregelen kan opleggen als het optreden van een advocaat hem of haar niet bevalt.
Tijdens de conferentie spraken er ook vertegenwoordigers van de Franse, Oostenrijkse en Turkse balie. Een paar uur na terugkomst in Nederland noemt Vogels zijn bezoek aan Teheran ‘een moeilijke expeditie’. Tegelijkertijd is hij heel tevreden. Het doel van zijn bezoek was verbinding leggen met collega’s, de uitwisseling van kennis en ervaring. Dat doel is behaald.
Vogels benoemt de grillige rechtsgang in Iran, deels gebaseerd op de code civil, deels op de sharia, met ‘onvoorspelbare en onredelijke uitspraken’. ‘Met het organiseren van deze conferentie hebben de Iraanse advocaten een hele stap gemaakt.’
Het grimmige regime, de gastvrije bevolking. Vogels ervaarde tegenstellingen in het land. Verbazing overviel hem bij het inchecken in zijn hotel toen bleek dat hij zijn paspoort niet terugkreeg. ‘Dat krijg je pas weer als je vertrekt.’ Verrast was hij door een taxi-chauffeur die vrijuit durfde te praten over de eerste vijf ‘zwarte jaren’ na het uitbreken van de revolutie.
Op de valreep, vlak voordat hij van het hotel op weg wilde gaan naar het vliegveld, werd hij geïnterviewd door een journalist van een grote, overheidsgezinde Iraanse krant. De journalist vroeg hoe het zit het met de onafhankelijkheid van Nederlandse advocaten. Hierop antwoordde Vogels: ‘De onafhankelijkheid van mensenrechten advocaten is de grootste uitdaging. Aan de manier waarop zij hun werk kunnen uitoefenen, kun je de breekbaarheid van het systeem aflezen.’
Lees in bijgevoegd pdf-bestand de gehele speech van Hans Vogels.
Sabine Droogleever Fortuyn