Voor het tweede jaar op rij zijn de kosten die besteed zijn aan toevoegingen gedaald. Ook werden in 2014 minder toevoegingen afgegeven. Het aantal straf- en mediationtoevoegingen steeg wel. In 2014 steeg het aantal rechtsbijstandsverleners (inclusief mediators), al lijkt die stijging af te vlakken. Per rechtsbijstandsverlener zijn er minder toevoegingen afgegeven. Op den duur kan er een aanbodsoverschot ontstaan, meent de Raad voor Rechtsbijstand in Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand 2014.Bijlage:

In 2014 kostte het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand 367.271.000 euro (kosten van het aantal vaststellingen inclusief de kosten van bewerkelijke zaken). In 2013 was dat bedrag nog 380.202.000 euro. Na 2012, waarin het stelsel 395.228.000 euro kostte, is er dus twee jaar op rij sprake van een daling.

Uit de Monitor blijkt ook dat er in 2014 minder toevoegingen zijn afgegeven; een daling van ongeveer 2 procent, zoals het Advocatenblad eerder ook berichtte. Tussen 2000 en 2013 was er wel een stijgende lijn te zien. De Raad verklaart die stijgingen doordat burgers vaker gebruik maakten van bestaande voorzieningen voor juridisch en maatschappelijke ondersteuning, zoals Slachtofferhulp en de Ombudsman. Bovendien is wet- en regelgeving steeds complexer geworden; burgers begrijpen die niet altijd. ‘Naast deze maatschappelijke, toevoegingsverhogende, tendensen heeft er eind 2013 een aantal ingrepen plaatsgevonden binnen het stelsel die erop waren gericht het aantal toevoegingen te verlagen,’ vermeldt de Monitor. Volgens de Raad hebben deze ingrepen vooral effect gehad op toevoegingen waarvoor een eigen bijdrage moet worden betaald (vooral in het personen- en familierecht). De combinatie van deze ontwikkelingen leiden uiteindelijk tot een lichte afname van het aantal toevoegingen in 2014. Tegelijkertijd zijn er ook minder verwijzingen naar de advocatuur vanuit het Juridisch Loket.

Het aantal straftoevoegingen is wel gestegen in 2014; een stijgende lijn is zichtbaar vanaf 2012. Het gaat hierbij om ‘niet op last van de rechter afgegeven toevoegingen inzake misdrijven’, dus toevoegingen aangevraagd door verdachten die niet in bewaring zijn gesteld. Volgens de Raad laten de cijfers van het OM en de Rechtspraak geen overeenkomstige stijging zien. ‘Experts binnen de strafrechtketen kunnen bij navraag geen afdoende verklaring geven voor de toename die zichtbaar is,’ vermeldt de Monitor. Volgens de Raad zouden de Salduz-jurisprudentie en nieuwe ZSM-handelswijze onvoorziene gedragseffecten kunnen hebben. Doordat de afdoening meestal sneller plaatsheeft, zou er een zekere ‘sense of urgency’ kunnen ontstaan, waardoor de verdachte mogelijk meer geneigd is een advocaat te benaderen, verklaart het rapport.

Ook het aantal mediationtoevoegingen is vanaf 2012 gestegen en in 2014 zette deze stijging versterkt door. De Raad vermoedt dat dit komt door de verhoging van de eigen bijdrage in het personen- en familierecht: het zou kunnen dat advocaat-mediators hierdoor vaker een mediation aanbieden in plaats van een reguliere toevoeging. ‘Niet alleen bewijzen zij daar hun cliënten een dienst mee, vanwege de lagere eigen bijdrage, maar daarmee kunnen zij in wezen ook hun incassorisico verlagen,’ vat de Raad samen.

Er blijkt onder advocaten nog steeds voldoende bereidheid te zijn om op toevoegingsbasis te blijven werken, concludeert de Raad. Er is een vaste kern advocaten die veel op basis van toevoeging werken. Wel lijken de advocaten die actief zijn in ‘het stelsel’ zich steeds meer te gaan specialiseren. De laatste tien jaar is het aantal rechtsbijstandsverleners (inclusief mediators) continu gestegen; in 2014 was de stijging gering. De Raad ziet dat het aanbod aan rechtsbijstandsverleners nu nog afgestemd is op de vraag, maar dat dit in de toekomst zou kunnen veranderen. ‘Het gemiddeld aantal toevoegingen per rechtsbijstandverlener is in 2014 opnieuw licht gedaald. Op basis van deze cijfers is niet uit te sluiten dat er geleidelijk zelfs een aanbodoverschot zou kunnen ontstaan, waardoor het gevaar dreigt dat er per advocaat minder toevoegingen beschikbaar zijn dan gewenst is voor een gezonde bedrijfsvoering,’ vermeldt de Monitor.

De Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand is een periodiek registratiesysteem, bedoeld om meer zicht te krijgen op de ontwikkeling van het stelsel. Jaarlijks besteedt de Raad aandacht aan de ontwikkeling van de vraag en het aanbod van gefinancierde rechtshulp. De cijfers uit de Monitor worden dit jaar onder andere gebruikt door de Commissie Wolfsen, die door de Tweede Kamer is ingesteld om de kostenstijging van het stelsel te onderzoeken. Ook de Commissie Barkhuysen, die de NOvA heeft ingesteld om te onderzoek hoe het systeem van gesubsidieerde rechtsbijstand duurzaam kan blijven, heeft gebruik gemaakt van de gegevens, meldt de Raad.

Nathalie Gloudemans-Voogd

Advertentie