Advocate Ivonne Leenhouwers specialiseerde zich in zedenzaken. ‘De mensen die denken dat de politie wel openstaat voor hun verhaal, komen van een koude kermis thuis.’
Strafpleiters vallen nog weleens op met hun uiterlijk vertoon. Een grote auto en statig kantoorpand moeten hun cliënten overtuigen van hun kwaliteit. Ivonne Leenhouwers en haar collega’s van Veraart De Granada strafrechtadvocaten doen daar niet aan mee. De advocaten werken vanuit een spuuglelijk kantoor in een Alkmaarse woonwijk. Ze zitten er niet mee, zegt Leenhouwers: ‘De sfeer is prima, we zitten aan dezelfde gang en lopen makkelijk bij elkaar naar binnen. En de meeste cliënten komen nooit bij ons, die bezoeken wij.’ Het goedkope pand heeft ook een zakelijk voordeel: ‘In het strafrecht heb je het financieel niet ruim. We halen ongeveer tachtig procent van onze inkomsten uit gefinancierde rechtsbijstand. De vorige minister van Justitie, Ivo Opstelten, advi-seerde de strafpleiters al eens om er een ander rechtsgebied bij te doen. Daar krijg ik buikpijn van. Het is zo complex om het geheel goed te overzien, in het strafrecht alleen al. Je kunt daar niet even een echtscheidinkje en een arbeidszaak bij doen.’
Leenhouwers koos bewust voor het strafrecht. ‘Dit is het echte advocatenwerk, je knokt voor mensen die helemaal niemand meer aan hun kant hebben staan, je kunt heel veel voor ze betekenen in de moeilijkste fase van hun leven. En ik vind het inhoudelijk-juridisch leuk, het is veel sneller dan procedures in civiele zaken waarbij je maandenlang alleen stukken produceert.’
Bij haar huidige kantoor specialiseerde ze zich in zedenzaken, dankzij haar recent overleden leermeester Chris Veraart. Hij maakte naam met het boekje Valse zeden, over zaken van mensen die vals beschuldigd zijn van zedendelicten. ‘Het hoogste percentage valse aangiftes is in zedenzaken. Als iemand naar de politie gaat om te vertellen dat haar stiefvader haar heeft misbruikt, sta je direct met 10-0 achter, want “zo’n meisje verzint dat niet”, is de gedachte. Je moet dus met een alternatief komen, uitleggen hoe iets verkeerd wordt geïnterpreteerd, of helemaal niet is gebeurd. Dat zie je veel in vechtscheidingen, daar wordt alles uit de kast gehaald. Als je ex je opeens gaat beschuldigen, wordt alles achteraf anders ingevuld, tot een ongepaste grap aan toe. Veel verdachten denken: “Ik heb niks fout gedaan, dus ik ga het uitleggen en dat komt wel goed”, maar de mensen die denken dat de politie wel openstaat voor hun verhaal, komen van een koude kermis thuis. Juist omdat er zelden getuigen zijn in dit soort zaken, zijn heel kleine dingen al steunbewijs. Dus doe je als advocaat veel onderzoek, om een evenwichtig verhaal te krijgen.’
Haar ervaring is dat degene die aangifte heeft gedaan in een zedenzaak vaak bij het verhaal blijft, ook nadat de zaak is geseponeerd of de verdachte is vrijgesproken. ‘Je kunt eigenlijk niet meer terug, na alles wat er gebeurd is. Zo’n beschuldiging blijft hardnekkig hangen, voor jaren. Dat is echt traumatisch. Er is ook altijd pers in de zaal, en anders gaat het wel via sociale media rond. Als journa-listen mij bellen of een cliënt mee wil werken aan een tv-uitzending over diens zaak, zeg ik standaard nee. Het is nooit in je belang dat je gekoppeld wordt aan een zedenzaak, ook niet als je vertelt dat je bent vrijgesproken.’ Zelf zat ze ooit als deskundige bij Pauw & Witte-man, in een zaak van een leraar (geen cliënt van haar) die vals beschuldigd was door een boze leerlinge. Dat tv-optreden was goed voor haar naamsbekendheid, merkte ze. ‘Het heeft een enorm effect, iedereen kent de advocaten die vaak op de buis zijn, men denkt: “Hij komt op tv, dus hij zal wel goed zijn”. Maar je moet het echt alleen maar doen als het goed is voor je cliënt of als je een maatschap-pelijk relevant thema aan de orde wilt stellen.’
Ingespannen over haar vak pratend, stevig wandelend, zonder echt naar de omgeving te kijken, komt Leenhouwers uit op de Singel in Alkmaar. Ze vertelt kritisch over de ondernemingszin van advocaten, ook bij haar eigen kantoor. ‘Onze beroepsgroep regelt het niet professioneel genoeg. Kijk maar eens goed naar je eigen maatschapscontract of de arbeidsovereenkomsten met je werknemers. Dat heeft zeker met prioriteiten te maken, die liggen altijd bij de inhoud van het werk. Het nadeel van ons soort werk is, dat je nooit de deur kunt dicht-trekken met het gevoel “het is af”. Ik heb permanent het gevoel dat ik achterloop. Er zitten te weinig uren in een dag.’ Toch piekert ze er niet over een ander beroep te zoeken. Door regelmatig te sporten komt ze los van haar werk. ‘Het gevaar is dat je altijd in je hoofd zit, als je niet oppast word je topzwaar. Door te sporten voel ik mijn lijf weer een beetje. Als ik dat blijf doen, haal ik mijn pensioen met gemak.’
Wie is Ivonne Leenhouwers?
Maandelijks haalt het Advocatenblad een frisse neus met een advocaat om al wandelend te praten over werk en leven. Dit keer: Ivonne Leenhouwers (1975).
• 1999-2004: advocaat bij Gresnigt & Van Kippersluis advocaten
• 2004-heden: advocaat en partner bij Veraart De Granada strafrechtadvocaten
• Lid van de Raad van de orde Noord-Holland, portefeuille strafrecht
• Actief lid Advocaten zonder Grenzen
Ivonne Leenhouwers: ‘De vorige minister van Justitie adviseerde strafpleiters om er een ander rechtsgebied bij te doen. Daar krijg ik buikpijn van.’
Erik Jan Bolsius