China probeert burgerrechtenbeweging halt toe te roepen. Volgens advocaat Teng Biao is dat zinloos.

Op donderdag 9 juli verdween de Beijingse advocaat Wang Yu plotseling van de radar. Ze bleek te zijn gearresteerd. Op haar verdwijning volgden intimiderende maatregelen tegen Chinese mensenrechtenadvocaten: zo’n driehonderd werknemers en familieleden werden in de weken erna op het politiebureau ontboden en verhoord. De meesten werden weer vrijgelaten.
    Hun collega Teng Biao maakt zich ernstig zorgen over de ongeveer twintig advocaten die nog altijd spoorloos zijn verdwenen, vertelt hij via Skype vanuit zijn huidige woonplaats New Jersey. Tengs zorgen zijn niet ongegrond: hij werd ooit in China zonder aanklacht vastgehouden en gemarteld, waarop hij zijn land ontvluchtte naar New York.
    De frontale aanval op mensenrechtenadvocaten is weliswaar ongebruikelijk fel, maar niet verrassend, zegt Teng. ‘Sinds zijn aantreden in 2012 richtte president Xi Lingping zijn pijlen op verschillende groepen: de christelijke kerken, universiteiten, internet. Dus dat hij ook de mensenrechtenadvocaten die hen verdedigen aanvalt, was een kwestie van tijd. Het is een gericht offensief tegen de burgerrechtenbeweging in China.’
    Wat de mensenrechtenadvocaten succesvol maakt, is dat ze internet en social media gebruiken om de waarheid achter een zaak naar buiten te brengen. ‘Ze zijn bekend, ze hebben een netwerk en zijn goed georganiseerd. En ze krijgen veel steun vanuit de maatschappij. De meeste mensen weten dat de partijpropaganda veel leugens bevat. Het is tegenwoordig een soort eer om op te komen voor mensenrechten in China.’

Tatiana Scheltema

Download artikel als PDF

Advertentie