Een mediationcertificaat vergt een fikse investering in tijd en geld. Hoe is het om de opleiding te doen? Verslaggever en voormalig advocaat Trudeke Sillevis Smitt volgde tegen betaling een negendaagse mediationopleiding bij Dialogue BV. Plus: tips voor het kiezen van een goede opleiding.

Dag vijf van de opleiding – we zijn op de helft! En ik ben helemaal klaar voor de video-opname. Een actrice speelt een PZ-dame van een verzorgingshuis die net een reorganisatie heeft doorgevoerd. Een andere is het hoofd van de keukendienst die na de uitholling van haar functie de kont tegen de krib heeft gegooid. En ik ben de mediator. Wat zit hen nou precies dwars, waar zijn ze bang voor? Welke belangen hebben ze gemeen, welke blijken straks, als de kou uit de lucht is, verenigbaar?
    Ik heb goed opgelet, al aardig wat geoefend – dit varkentje was ik wel even. Maar het grapje dat ik maak om het ijs te breken, slaat dood. Ik ga steeds formeler praten. De werkneemster kijft er driftig op los, en ik doe een poging tot samenvatten: ‘U vindt het dus een hard uitgevoerde reorganisatie…’ Waarop de PZ-vrouw verontwaardigd mijn samenvatting in twijfel trekt. Terecht: zo had mevrouw het niet gezegd. Er kruipt kramp in mijn nek en ik krijg die starre glimlach maar niet van mijn gezicht.
    Iedereen heeft wel zo’n nachtmerriemoment tijdens de opleiding tot mediator. Meer dan in het reguliere advocatenwerk komt het aan op je ‘soft skills’. En misschien is het waar, wat men wel zegt, dat je daar gemakkelijker op focust als je niet met (alleen) advocaten in de opleiding zit. Voor mij, als oud-advocaat, werkte het in elk geval, zo’n gemêleerde groep. Boeiend om van een kinderarts annex ziekenhuismanager te horen wat er aan conflicten speelt in de zorg en om een deurwaarder zo rustig en verstandig aan het werk te zien dat iedereen zijn verhaal graag bij hem kwijt wil. En een wijkconsulent van een woningbouwstichting zo verrassend ontwapenend te zien opereren dat de regels van het spel er niet meer zo toe lijken te doen.
    Wat te denken van een vrouw uit de verzekeringswereld die zelf een scheidingsmediation achter de rug heeft, en die achteraf heel ongelukkig is met de uitkomst? Uit de vragen die zij als ervaringsdeskundige meteen de eerste ochtend van de opleiding stelde, bleek dat niet alle mediators hun cliënten goed uitleggen hoe mediation werkt: ‘Als mijn mediator zich advocaat-mediator noemt, dan is hij toch ook mijn belangenbehartiger?’ Het antwoord: nee, de mediator is onpartijdig. En: ‘Je mag de rechter toch zeker wel vertellen wat je ex in de mediation heeft gezegd?’ Weer is het antwoord: helaas, nee.
    Voor de vrouw in kwestie was het confronterend: er vloeiden tranen, een beetje bedrukt ging de cursusgroep na die eerste ochtend aan de lunch – zo had niemand zich het voorgesteld. Maar de docent-mediator wist er raad mee. Hij deed een ‘caucus’ (gesprekje apart) met de ontgoochelde, en na de lunch vertelde zij de cursisten wat er speelde en vroeg of we het haar wilden melden wanneer ze te veel aandacht vroeg. Het zou niet nodig blijken: de angel was eruit.

Schillen
Ook in mediation gaat het om de angel. Mensen in conflict bereiken elkaar niet meer met een inhoudelijk debat; ze zitten vast in hun standpunten. Maar onder die standpunten zitten vrijwel altijd emoties: mensen voelen zich niet serieus genomen; ze zijn bang voor ontslag. Of ze vrezen faillissement als ze die schade echt moeten vergoeden. En op dat emotionele niveau begrijpen partijen elkaar gek genoeg nog wel. Maar ja, dan moeten ze wel weten wat er in de ander omgaat. En jij als mediator moet dat zien los te peuteren, zodat je uitkomt bij datgene wat er werkelijk op het spel staat. ‘Schillen’ noemen ze dat.
    Daarbij moet je je soms verlaten op soft klinkende vragen als: ‘Hoe is dat voor jou?’ Of: ‘Wat maakt dat jij daar zo stellig in bent?’ Het voorkomt dat het lijkt of jij je oordeel al klaar hebt. En niemand gaat vertellen wat hij voelt aan iemand die heult met de partij aan de andere kant.
Je moet dus, zo leer je, sympathieën en antipathieën wegdrukken. Het slachtoffer niet helpen en de bullebak in zijn waarde laten. Je weet trouwens niet eens wie wat is. Die bullebak overschreeuwt wellicht zijn onzekerheid. En dat ‘slachtoffer’ kan wel passief-agressief zijn! Mooie term, passief-agressief, en zo leer je meer begrippen waar je altijd nog wat aan kunt hebben. Zelfs al doe je met de opleiding verder niks.
    Voorbeeld: ‘De impasse verdragen, zonder in inefficiënt gedrag te schieten’, zoals een docent het noemt. Lastig voor advocaten. Die zijn gewend om de feiten op een rij te krijgen, een juridische inschatting te maken en dan te bedenken: zó gaan we dat oplossen. Maar bij mediation doen de feiten er niet zo verschrikkelijk veel toe. (Voordeel: je hoeft als mediator dus niet het hele, vaak decimeters dikke dossier te kennen.) En partijen moeten zelf met oplossingen komen. Je moet ze daar ook zeker niet te snel toe aanzetten, want eerst moet de rotzooi eruit. Dat lijkt misschien omslachtig, maar het biedt partijen uitzicht op een ‘duurzame’ oplossing: hún oplossing, dus minder kans op veenbrandjes achteraf.
    Dit betekent niet dat je al die tijd alleen maar naar de pingpongwedstrijd zit te kijken. Je stelt vragen om de boel op gang te brengen, zo nodig zelfs op te stoken, en om inzichtelijk te krijgen wat er achter de standpunten zit: wat zijn de belangen? Je vat samen en doet aan ‘positieve heretikettering’. Mediation is ook een beetje manipuleren, maar met de beste bedoelingen natuurlijk, zegt een docente met een schalks lachje. Elke vraag heeft een reden. Je wilt dat partijen van zichzelf en elkaar begrijpen waar het ze in wezen om gaat.
    Voordat je zo ver bent, moet je trouwens wel met partijen een hele riedel aan voorbereidende punten afwerken om tot een mediationovereenkomst te komen – geheimhouding, vrijwilligheid, kosten et cetera. Dat kan ook een mijnenveldje zijn, zo blijkt op dag zes. Een van de ‘partijen’ blijft maar doorzeuren dat hij vindt dat de hele mediation moet worden opgenomen. Degene die in dit geval de mediator speelt – een docent – valt uit zijn rol: ‘Ik vind hier ook wat van!’ Hij wordt meegesleept in het conflict. Het is de deelneemster die op dag één in tranen was, van wie ik toen betwijfelde of ze er op dag zes nog zou zijn, die een haarfijne analyse geeft. En de docent staat er zo open voor dat hij juist daarmee weer bewondering en gezag verwerft.
   
Genadeloos
De rollenspellen van de opleiding tonen genadeloos of je slaagt in je opzet: maak je goed contact? Pleeg je de juiste ‘interventies’? Weet je partijen tot creatief nadenken te brengen? Ook al is het spel, de meeste cursisten leven zich zo in hun rol van mediator of partij in, dat echte verontwaardiging en irritatie op de loer liggen. Maar als alle pijnpunten aan bod zijn geweest, is er ook grote kans op voorzichtig vertrouwen, op nieuwe inzichten en creatieve oplossingen. Van ‘het doen’ leer je verreweg het meest, daar waren de cursisten het wel over eens. En dan is het soms wat vermoeiend om wéér met de theorie aan de gang te gaan…
    Die theorie is uiteindelijk ook te vinden in de stapel boeken. Wie alles wil lezen en de huiswerkopdrachten maakt, is per cursusdag zo nog een extra dag kwijt. Maar sommigen lezen niks en komen toch de cursus prima door. Dat riep bij mij de vraag op: is al die theorie echt nodig om een goede mediator te worden? Om een goede indruk op de docenten te maken kun je in elk geval beter je aantekeningen van de vorige keren nog eens doornemen en die kennis zo af en toe eens etaleren. Wie na het afronden van de opleiding geregistreerd mediator wil worden, zal de boeken voor het theorie-examen in elk geval moeten doornemen, en daarnaast een assessment moeten doen. Maar de werkelijke toets is natuurlijk de praktijk. Want het is, zeggen de docenten, net als met autorijden: je leert het pas écht na je examen.    «

Wat vinden collega-deelnemers?

‘Ik merk nu al dat ik een aantal dingen automatisch aan het doen ben. Met name het zoeken van de belangen achter de standpunten en het achteroverleunen voordat ik een primaire reactie geef, kan ik makkelijker dan vroeger.’

‘Tijdens de opleiding ben ik mezelf enorm tegengekomen. Het heeft mijn spreken in het openbaar enorm verbeterd. Ik ga beginnen met buurtbemiddeling om het geleerde te onderhouden en te verbeteren.’

‘Als je het cursusgeld meeneemt, vind ik de kosten voor de registratie wel erg hoog. Ik zou voorstander zijn van een all-inprijs.’
 
‘Ik vond het gaaf te zien hoe we ons ontwikkelden. Naast theoretische en praktische kennis over mediation heb ik ook veel over mezelf geleerd.’

‘Het mooiste wat ik heb geleerd is dat mensen meestal iets anders zeggen dan zij eigenlijk bedoelen. Of de ander interpreteert het anders. Mensen helpen in die communicatiezoektocht is in het begin doodeng, maar nu zie ik het echt als een uitdaging.’

Trudeke Sillevis Smitt

Download artikel als PDF

Advertentie