Een enkele keer hoef je ter zitting je mond niet eens open te doen voor een optimaal resultaat. Zoals vandaag, in de zaak die mevrouw H. heeft aangespan-nen tegen haar werkgever, de stichting Openbaar Primair Onderwijs Almelo (OPOA).
Als directeur van basisschool De Triangel raakte mevrouw H. eind 2013 verwikkeld in een arbeidsconflict. Stichting OPOA schermt ermee dat medewer-kers van De Triangel eind 2013 aan de bel trokken omdat er van alles ontbrak op school: onderwijsplannen, leerplannen enzovoort. Het gesprek daarover – nou ja, gesprek – liep erop uit dat mevrouw H. werd weggestuurd. Ze werd geschorst en uiteindelijk ontslagen. De directeur tekende beroep aan en nu zit ze tegenover de meervoudige bestuurskamer in Zwolle.
‘In het primaire besluit,’ zegt de voorzitter, ‘staat dat mevrouw is geschorst vanwege het gebrek aan vertrouwen binnen het team en geconstateerde te-kortkomingen. We hebben hier twee positieve beoordelingen, uit 2010 en 2012, en een managementrapportage uit 2013. Daar staan wel wat zaken in, maar waaruit blijken nou die tekortkomingen?’
‘Daar is eigenlijk maar weinig documentatie over,’ moet de raadsvrouw van de stichting toegeven.
De rechter leest voor uit het verslag van de medezeggenschapsraad. ‘Wij zien graag dat mevrouw H. haar werkzaamheden zo spoedig mogelijk hervat. Daar lees ik toch niet echt wantrouwen uit.’
‘Ik heb begrepen dat er nogal wat medestanders van mevrouw H. in de medezeggenschapsraad zitten,’ zegt de advocaat. ‘Met name de ouders. Het per-soneel heeft zich op een gegeven moment daarvan gedistantieerd.’
‘Maar dat zit niet in het dossier,’ merkt de rechter op.
‘Klopt.’
Het is eigenlijk een beetje pijnlijk, en bij de bespreking van het ontslagbesluit wordt het er niet beter op. ‘Ik heb hier een personeelstevredenheidspei-ling uit 2013,’ zegt de rechter. ‘Daarbij krijgt het schoolklimaat een 7,9 – het referentiecijfer is een 7,3 – en het management een 7,4 – het referentiecijfer is een 7,1. Als je daar nou naar kijkt, duidt dat dan op disfunctioneren?’
‘Ik ben het met u eens dat het slecht of niet gedocumenteerd is.’ Het klinkt bijna hulpeloos. ‘Maar ik denk dat die cijfers dateren van vóór de problemen, die in de eerste helft van 2013 zijn ontstaan.’
De rechters zijn er snel klaar mee. Ze trekken zich terug voor een voorlopig oordeel. Dat is klip-en-klaar: alle beroepschriften zijn gegrond.
‘Nu u dit weet, kan de rechter u aanbieden dat u een mediationtraject in gaat,’ zegt de voorzitter.
Mediation – beide partijen accepteren het grif. De rechters kunnen overgaan tot de orde van de dag.
Lars Kuipers