Mediation is inmiddels een vast onderdeel in de Nederlandse geschilbeslechting, maar gaat nog een flinke vlucht nemen. Mediation krijgt een plek in de wetgeving en breidt uit naar het strafrecht. Is dat vervelend voor advocaten? ‘Als je echt pur sang jurist bent, pakken ze ook iets van je af.’
Mathijs (19) werkte bij Albert Heijn als vakkenvuller. Hij zag hoe Chantal (17) snoep stal en waarschuwde zijn collega’s. Toen ze haar probeerden aan te houden, liep de situatie uit de hand en gebruikten ze (te veel) geweld.
Anderhalf jaar later kwam Mathijs Chantal tegen op straat. Ze bedreigde hem en spuugde hem in zijn gezicht. Hij deed hier aangifte van. De officier van justitie besloot de zaak door te verwijzen naar een mediator. Zo kwamen ze met elkaar in gesprek. Het werd duidelijk dat Chantal zich bedreigd voelde en Mathijs had willen afschrikken. Mathijs vond dat hij dit niet over zijn kant kon laten gaan. Alles werd uitgepraat en de zaak werd afgedaan met een sepot.
Een zaak als die van Mathijs en Chantal, gefingeerde namen overigens, was nog niet zo lang geleden zeker als strafzaak behandeld, maar tegenwoordig is mediation ook in strafzaken mogelijk. Weliswaar is dat nog bij wijze van proef, maar alles wijst erop dat het binnenkort structureel wordt ingevoerd. En niet alleen binnen het strafrecht lijkt mediation een flinke vlucht te gaan maken, ook binnen het civiele recht, het staatsrecht en het bestuursrecht heeft steeds vaker media-tion plaats. Het aantal mediators neemt toe, net als het aantal mediations (zie ook Meer mediations op pagina 38). Mediation krijgt naast rechtspraak een steeds vastere plek; overleggen en bemiddelen naast winnen of verliezen. De cartooneendjes Fokke & Sukke maakten er een grapje van: ‘Ik sleep je voor de mediator, mannetje!’ Media-tion, kortom, is in, maar hoe komt dat?
Mediation in het civiele recht, het staatsrecht en het bestuursrecht is natuurlijk niet nieuw. Al geruime tijd heeft mediation plaats buiten de rechter om. Daarbij verwijzen rechters al vijftien jaar lang procedures door naar een mediator. Maar volgens deskundigen wordt mediation wel een steeds gangbaarder alternatief. Neem het arbeidsrecht. Volgens Machteld Pel, voormalig vicepresident van het Gerechtshof Arnhem en ruim tien jaar directeur van het Landelijk Bureau Mediation naast rechtspraak (1999-2010), kiezen vooral partijen binnen de IT-wereld en de bouw opvallend vaak het pad van me diation.
Ook de financiële crisis leidde tot een groei van mediation. Pel: ‘Bedrijven willen geen onnodig hoge advocaat-kosten maken als een juridische procedure effectief kan worden vervangen door mediation. Mensen die bekend zijn met mediation zullen met die focus juridisch advies vragen.’ Nu de economie weer aantrekt, ziet Pel geen verandering: cliënten zoeken structureel effectieve en waar mogelijk goedkopere oplossingen.
Dan zijn er natuurlijk nog de vele wetsvoorstellen die mediation in de kaart spelen. Als bijvoorbeeld het wetsvoorstel Scheiden zonder rechter wordt aangenomen, verwacht secretaris van de Mediatorsfederatie Nederland Daan de Snoo een sprong van het aantal scheidingsmediations. De nieuwe Wet werk en zekerheid vormt volgens Pel een extra impuls voor mediations op het gebied van arbeidsrecht. En wat te denken van de mediationvoorstellen die minister van Justitie Ard van der Steur als VVD-Kamerlid lanceerde: de Wet registermediator, Wet bevordering van mediation in het burgerlijk recht en de Wet bevordering van mediation in het bestuursrecht. Als de Kamer deze voorstellen aanneemt, zullen partijen mediation verplicht moeten overwegen. Ook dat kan tot meer mediations leiden.
Gefrustreerd
Binnen het civiele recht, het bestuursrecht en het staatsrecht heeft mediation een vaste, groeiende plek. Het strafrecht lijkt te volgen. Een kijkje over de grens versterkt dat beeld. In België, Engeland, Frankrijk en Italië is mediation een vast onderdeel binnen het strafrecht.
Volgens voormalig coördinator van het project mediation naast strafrecht bij de Rechtspraak Anne Martien van der Does, is het nu zo dat strafrechters regelmatig gefrustreerd zijn omdat het opleggen van een straf in bepaalde gevallen de achterliggende problematiek niet oplost. In het strafrecht klinkt dan ook een luide roep om mediation als aanvulling op het vergelden door schade te herstellen en onderliggende conflicten te lijmen. Ook de wens om vergeving speelt mee. Als president van de Hoge Raad roemde Geert Corstens in september vorig jaar de heilzame werking die van vergeving uit kan gaan. ‘In het leven kunnen dingen vreselijk misgaan. Door puur toeval of pech, maar ook door grove schuld of opzet. In het strafrecht worden we daarmee dagelijks geconfronteerd. Dat wat mensen nodig hebben om na een misdaad weer op een goede manier verder te kunnen met hun levens, biedt het strafrecht maar zeer ten dele,’ zei Corstens een halfjaar later tijdens een lezing in de Haagse Kloosterkerk.
Niet alleen onder rechters, maar ook onder strafrechtadvocaten leeft onvrede bij enkel de traditionele rechtspraak. Zo wil strafrechtadvocaat Wikke Monster (Freeke & Monster, strafrechtadvocaten en mediators) ervoor zorgen dat slachtoffers en verdachten in de toekomst standaard worden geïnformeerd over de mogelijkheid tot vergeving en hoe je daartoe kunt komen.
Dan is er nog de groeiende aandacht voor slachtoffers. Ook die stimuleert mediation naast strafrecht. ‘Het slachtoffer moet een stem krijgen in het strafproces,’ zegt voormalig coördinator mediation naast strafrecht Van der Does. ‘Deze trend, ingegeven door de politiek, maakt de weg vrij voor bemiddeling tussen verdachten en slachtoffers.’
Groeimarkt
Een derde van alle MfN-geregistreerde mediators is advocaat. De Beroepsopleiding Advocaten besteedt aandacht aan mediation door in te gaan op het proces van mediation en de bijbehorende vaardigheden. De opmars van mediation heeft, kortom, ook gevolgen voor de advocatuur. Maar zijn die gevolgen alleen maar positief? Gaat de verwachte groei van het aantal mediations ten koste van het aantal zaken dat via de traditionele rechtspraak wordt afgedaan? Zullen advocaten hun praktijk zien teruglopen?
‘Persoonlijk zie ik mediation als een groeimarkt voor de advocatuur,’ zegt Monique van de Griendt, directeur van het opleidingsinstituut dat de beroepsopleiding verzorgt. ‘Niet zozeer om zelf mediator te zijn, maar om cliënten in de rol van “mediation-advocate” te begeleiden in het mediationproces.’ Ze verwijst ook naar een speech van Bradford Berenson, vicepresident litigation van General Electric tijdens de Singapore Mediation Lecture 2014. Berenson stelt dat advocaten mediation serieus moeten nemen omdat ze de problemen van hun cliënt moeten oplossen. Pascale de Kan is een voorbeeld van een advocaat die wel kort geleden een mediationoplei-ding afrondde, de opleiding Transformatieve conflictoplossing. Zij kan nu zowel als advocaat als mediator oplossingen aanreiken.
Recent kwam een vrouw bij De Kan. Zij wilde procederen tegen haar ex, hem aanspreken op zijn alimentatieplicht voor zijn tweejarige dochtertje. Maar de vader was al een paar jaar uit beeld. De Kan: ‘Vroeger had ik gedacht: welke informatie heb ik nodig om deze procedure aan te spannen? Nu was ik geïnteresseerd in het achterliggende verhaal. Het bleek dat ze eigenlijk weer contact wilde met haar ex. Niet om de relatie weer bij te leggen, maar om te kijken of hij iets kon betekenen voor de opvoeding van hun dochter. Dat vond ze tegelijkertijd heel erg spannend, daarom wilde ze het via de advocatuurlijke weg spelen.’ De Kan heeft coachingsgesprek-ken gedaan met de vrouw, de vader benaderd en nu zijn ze weer met elkaar in gesprek.
Kim Roelofs, registermediator en bemiddelaar bij Slachtoffer in Beeld, benadrukt dat mediation in het strafrecht het proces niet vervangt, maar naast bijstand door een advocaat kan plaatshebben. ‘Met mediation ben je op een ander niveau bezig. Een verdachte probeert de aangebrachte schade te herstellen. Dat kan in zijn belang zijn. De uitkomst van de mediation wordt vaak meegenomen in de juridische afwikkeling. De twee sluiten elkaar niet uit.’
Machteld Pel kan zich voorstellen dat advocaten niet onverdeeld positief zijn over een mogelijke groei van me diation. ‘Als je echt pur sang jurist bent, vind je dat het allerleukste dat er is. Dan pakken ze ook iets van je af, als het ware. Er wordt ingebroken in je werk.’ Toch voorziet Pel niet dat mediation de advocatuur buitenspel zal zetten. ‘Aan conflicten die via mediation worden opgelost, zit wel een juridische component.’ Gedurende een mediationproces kunnen cliënten zich voor juridisch advies dus door een advocaat bij laten staan, benadrukt Pel. Daarbij stipt ze aan dat lang niet alle geschillen zich voor mediation lenen. ‘Het is belangrijk dat rechters, advocaten en mediators geschoold zijn in het signaleren van het type probleem van cliënten om vervolgens de afweging te maken: wordt het beslissen, schikken of bemiddelen? Dat is interessant om uit te zoeken. Op die manier help je de cliënt echt en ben je adequaat bezig,’ zegt Pel.
Verdeeldheid
Mediation kan volgens deze juristen prima naast rechtspraak bestaan, sterker nog; mediation is een aanvulling of verrijking op die rechtspraak. Advocaten doen er volgens hen dan ook verstandig aan om zich ook te bekwamen op het terrein van mediation. Of mediators in de toekomst ook een belangrijk deel van het werk van advocaten opsnoepen? Dat durven ze niet te zeggen. Niet vreemd, want over de toekomst van media-tion bestaat nogal wat onenigheid. De mediationvoorstellen die Van der Steur als Kamerlid lanceerde, brachten verdeeldheid aan het licht over de manier waarop mediation het best kan worden geregeld.
De voorstellen riepen veel kritiek op vanuit het veld: het verankeren van mediation in de wet zou tot juridisering in plaats van dejuridisering leiden en het verplichte karakter zou een averechts effect hebben op de ontwikkeling van mediation. De NOvA heeft daarbij gewezen op de strijdigheid van een verplicht karakter met het principe van mediation: een verplichte opdracht tot mediation is volgens haar een contradictie. Daarnaast verzetten Kamerleden en mediators zich tegen de eis in het voorstel van Van der Steur dat register-mediators minimaal twaalf mediations en honderdtwintig uren aan mediation moeten besteden. Dat kan volgens hen ervaren mediators buitensluiten als registermediator. En een door de minister gereguleerde en gecontroleerde over-heidsmediator zou ten koste gaan van de onafhankelijkheid van mediators.
Voorstanders van de mediationvoor-stellen zijn er overigens ook. Manon Schonewille, Legal Business Mediator en voorzitter van Stichting ACB corpo-rate ADR & Mediation zegt bijvoorbeeld over de vliegurennorm: ‘Twaalf medi-ations en honderdtwintig uur per jaar, betekent dat iemand per jaar drie weken met mediation bezig moet zijn om in het overheidsregister te worden opgenomen. Dat is geen overdreven eis in vergelijking tot andere beroepsgroepen.’ Dat de voorgestelde wetgeving media-tion verplicht maakt en dat daardoor de toegang tot de rechter wordt beperkt, is volgens haar een misverstand. ‘Er zijn stimulerende maatregelen opgenomen waardoor mediation als eerste vanzelfsprekende stap voor het oplossen van een conflict wordt gezien. Als mediation niet werkt, of niet geschikt is voor een bepaalde zaak, kunnen partijen meteen of aansluitend naar de rechter.’
Voor het bevorderen van mediation heeft Machteld Pel nog een ander idee. ‘De overheid zou moeten voorschrijven dat op elke opleiding, basisscholen, middelbare scholen, beroepsopleidingen, universiteiten, onderwijs wordt gegeven in conflicthantering en als onderdeel daarvan mediation. Dat zou fantastisch zijn. Dat je leert wat een conflict is, hoe je het kunt voorkomen, wat escalatie is en hoe je terug kunt. Dit zal de drempel naar mediation ook verlagen. Daarnaast zou de overheid zelf altijd het goede voorbeeld moeten geven door zelf ook – waar mogelijk – voor mediation te kiezen in conflicten die zich daarvoor lenen. Ik zie nu nog te vaak dat dat niet dat gebeurt.’
Verdeeldheid of niet, vaststaat dat linksom of rechtsom mediation een steeds grotere rol opeist en een groeiend aantal advocaten er mee van doen krijgt. Voor het Advocatenblad was dat een van de redenen om het dossier op de volgende pagina’s op te stellen.
Sabine Droogleever Fortuyn