De balie is verhard, zegt men, maar gedragsregel 17 vraagt van advocaten nog steeds dat ze streven naar een onderlinge verhouding die stoelt op welwillendheid en vertrouwen. Mr. X heeft het er maar moeilijk mee.
Vorig jaar al kreeg mr. X een voorwaardelijke schorsing omdat hij een collega bleef beschuldigen dat ze de boel had bedonderd terwijl rechtbank, Hof, Hoge Raad en tuchtrechter daar niets in zagen. Onwelwillend, onnodig grievend en in strijd met de regel dat advocaten geen beweringen mogen doen waarvan ze weten of moeten weten dat die onjuist zijn, vond toen de Bossche raad van discipline. En het Hof van Discipline was het daarmee eens.
Nu kwam mr. X in botsing met twee collega’s. Hij had ze in een civiele zaak namens zijn cliënt opgeroepen als getuige, zonder de deken te raadplegen. Ze verschenen vrijwillig. Maar toen ze vervolgens hun taxe niet betaald kregen en mr. X vervolgens onbereikbaar bleek, toog een van hen naar de tuchtrechter. En die zag strijd met gedragsregel 20: als je een collega als getuige wilt oproepen om te verklaren over zaken die hij in de uitoefening van zijn beroep heeft waargenomen, moet je eerst overleggen met de deken. Strijd met artikel 32: de advocaat moet instaan voor betaling van derden die hij inschakelt of van getuigen die hij oproept. En strijd met, daar is ie weer: gedragsregel 17, de welwillendheid – omdat mr. X niet thuis had gegeven toen zijn collega’s hem op een en ander aanspraken.
Acht weken schorsing, oordeelt de raad in Den Bosch, waarvan vier voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde dat mr. X de taxe moet betalen. Maar: appel staat nog open.
Trudeke Sillevis Smitt