Welke advocaat is nooit midden in de nacht wakker geschrokken: ben ik te laat met het stuiten van die verjaring, het uitbrengen van die dagvaarding, het indienen van dat beroepschrift?
Bij mr. X werd die nachtmerrie bewaarheid, niet één, niet twee, maar minimaal drie keer. En dan waren er nog een aantal klachten die lagen in de sfeer van: niet doen wat je beloofd hebt, niet thuis geven als je wordt gebeld en gemaild. En: verzuimen de stukken door te sturen als je cliënt zich in arren moede maar tot een ander went – maar wel de toevoeging declareren voordat de zaak is afgerond.
Je komt er niet achter waarom mr. X toch telkens die termijnen laat verstrijken. Slachtoffer van termijnvrees? Chaos op kantoor? Totale desinteresse? Feit is dat het hem te vaak overkwam om toevallig te zijn. Maar in zijn verweer houdt hij de kaarten aan de borst, althans uit de uitspraken kun je niet opmaken waar het hem nou écht aan schort. Hij geeft een beetje toe dat de communicatie beter had gekund, zegt dat appel toch geen zin zou hebben gehad. Met dat laatste argument win je natuurlijk niet de sympathie.
De raad van discipline Arnhem/Leeuwarden houdt het er in twee uitspraken op dat mr. X ‘volstrekt onvoldoende besef van verantwoordelijkheid’ toont ‘in de wijze waarop hij zijn kantoor organiseert met betrekking tot de belangen van cliënten’. Juist van een advocaat mag een cliënt verwachten dat zijn belangen er in goede handen zijn. Na een eerdere berisping en in totaal vijf zaken met dit soort kwesties vindt de raad het genoeg: schrapping.
De uitspraak dateert van april, maar werd nu pas openbaar gemaakt. Mr. X is tijdig in appel gekomen.
Trudeke Sillevis Smitt