Rechters leggen in Nederland te snel en te gemakkelijk voorlopige hechtenis op. Dat was de conclusie van de meerderheid van rechters en advocaten tijdens een workshop over voorlopige hechtenis, donderdag tijdens de Dag van de Rechtspraak in Leiden.
Een rechter-commissaris hekelde het gemak waarmee verdachten worden vastgezet in afwachting van hun proces. ‘Je kúnt voorlopige hechtenis opleggen als de gronden aanwezig zijn en er ernstige bezwaren zijn,’ meent deze rechter, ‘maar het hóeft niet.’ Een andere rechter gaf toe: ‘Bij een bepaalde categorie zaken worden mensen standaard vastgezet. Stelende Bulgaren in Amsterdam bijvoorbeeld. Dat zullen weinig rechters graag toegeven, maar het is wel zo.’
Patrick van der Meij (Cleerdin & Hamer) noemde het opleggen van de voorlopige hechtenis ‘routine, geen maatwerk’. ‘Bij grote fraude- en drugszaken wordt automatisch het recidivegevaar aangevoerd als argument voor voorlopige hechtenis. Maar als een verdachte onder de tap staat, kan hij zijn handel voorlopig vaarwel zeggen.’ Volgens Van der Meij is beroep bij de Gerechtshoven tegen voorlopige hechtenis zinloos, omdat de raadkamers bijna altijd meegaan met de rechtbanken.
Rechters-commissarissen kiezen onder meer voor preventief vastzetten omdat verdachten anders soms helemaal niet meer achter de tralies belanden. Bij een veroordeling schrikken veel rechters er voor terug om een ‘vrijevoeter’ een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Maar rechters moeten die terughoudendheid afzweren, stelden meerdere rechters in de zaal. ‘Het feit dat de voorlopige hechtenis wordt afgewezen, betekent niet de verdachte er straks op zitting met een voorwaardelijke straf van af komt. Dat moeten we tijdens de voorgeleiding duidelijk maken.’
Om dit probleem te ondervangen gaan er binnen de rechterlijke macht stemmen op om de juridische sluipweg van gevangenneming ter terechtzitting te bewandelen: zo ontloopt een ‘lopende verdachte’ zijn straf niet. Een rechter in de zaal echter merkte op: ‘Dan komt er geen enkele verdachte meer opdagen.’
Tijdens de workshops golden de zogeheten Chatham House Rules: deelnemers mogen de informatie alleen naar buiten brengen zonder de bron te onthullen. Rechters komen in dit artikel daarom anoniem aan het woord. Advocaat Peter Plasman (Plasman Advocaten) wilde zijn naam wel aan zijn mening verbinden. Zijn conclusie was: ‘We nemen een loopje met de regels voor voorlopige hechtenis.’
Peter Louwerse