Jaarverslagen van plaatselijke orden moeten onderling vergelijkbaar zijn. Dekens moeten vaker een dekenbezwaar indienen. En door kenniscentra op te richten, kunnen arrondissementen expertise uitwisselen, stelt het college van toezicht van de Nederlandse orde van advocaten in een interview in het Advocatenblad (nr. 10) over het tussentijds verslag. Bas Martens, voorzitter van het dekenberaad, reageert.

Bas Martens, voorzitter van het dekenberaad: ‘Wij voelen ons door het College van Toezicht gesteund. De dekens hebben het toezicht geharmoniseerd en versterkt. Dat was een hele klus, zeker na de herindeling van de gerechtelijke kaart, toen we van negentien naar elf ordes gingen. De wijze van toezicht is in het hele land goed vergelijkbaar. Maar we zijn er nog niet, het is een lopend proces waarbij we continue kijken wat anders en beter kan en moet. De dekens werken aan een verdere professionalisering van het toezicht op een wijze die de balie zo min mogelijk extra belast.

Er zijn grote stappen gemaakt als het gaat om pro-actief toezicht. Ik noem de kantoorbezoeken. Maar ook thematisch en risico-gestuurd toezicht, zoals Wwft-toezicht en toezicht op het gebruik van de derdenrekening. Ook hebben wij met diverse partners in het juridische veld samenwerkingsverbanden gesmeed. Signalen over niet goed functionerende advocaten worden door de rechterlijke macht, het Openbaar Ministerie, maar bijvoorbeeld ook door de Raad voor Rechtsbijstand, de Immigratie- en Naturalisatiedienst en andere toezichthouders zoals BFT aan ons gemeld. Dat is belangrijk om problemen tijdig te kunnen aanpakken in het belang van onze cliënten en de positie van de advocatuur.

Bij de jaarverslagen van de ordes, die in maart 2015 zijn verschenen, heeft het College van Toezicht de vraag gesteld in hoeverre de cijfers vergelijkbaar zijn. Dit heeft onze aandacht. Met ingang van 1 januari 2015 hebben de ordes op dit punt verdere harmonisatie doorgevoerd, maar we zijn er nog niet. Zo wordt er gewerkt aan een nieuw landelijk automatiseringssysteem voor de registratie van klachten en toezichtacties.

De versterking van de bureauorganisaties, ook als zorgpunt genoemd door het College van Toezicht, is voor 2015 één van de speerpunten van het dekenberaad. We moeten daarbij niet vergeten dat de lokale ordes er in relatief korte tijd veel extra taken bij hebben gekregen. Om die taken goed te kunnen doen werken zij steeds meer samen, bijvoorbeeld op het gebied van de Wwft en de toepassing van bestuursrechtelijke bevoegdheden. De ordes worden daarbij ondersteund door het Secretariaat Dekenberaad en de Unit Financieel Toezicht.

Het College van Toezicht noemt ook het aantal dekenbezwaren als aandachtspunt. Bij dekenbezwaren gaat het vrijwel in alle gevallen om maatwerk. Daarom is dit onderwerp lastiger te vatten in beleid. Tegelijkertijd hebben de dekens met de introductie van bestuursrechtelijke bevoegdheden nieuwe gereedschappen gekregen. De eerste ervaringen hiermee zijn positief. Dit betekent dat in sommige gevallen de inzet van bestuursrechtelijke bevoegdheden, zoals een last onder dwangsom het meest aangewezen middel is.’

Advertentie