De internationale gemeenschap is medeverantwoordelijk voor het leed van de Syrische bevolking, zegt de Syrische mensenrechtenadvocaat Anwar al-Bunni. Hij roept de internationale juridische we-reld op om hem te steunen bij de oprichting van een speciale rechtbank.

 

Al-Bunni is één van Syriës meest prominente mensenrechtenadvocaten. In 2001 trad hij op voor de intellectuelen die na een korte periode van openheid, de zoge-heten Lente van Damascus, waren gearresteerd. In 2005 schreef hij een nieuwe grondwet voor een democratisch Syrië. Het leidde tot zijn arrestatie en veroorde-ling tot vijf jaar cel wegens het ‘verspreiden van valse informatie’ en het ‘oprichten van een organisatie zonder toestemming van de overheid’.
    Toen al bood Duitsland hem asiel aan, maar hij besloot te blijven. Na zijn vrijlating in 2011 pakte hij zijn praktijk weer op. In 2014 publiceerde hij een concept-grondwet, bedoeld voor de overgangsperiode na het vertrek van Assad. Opnieuw dreigde hij door de geheime dienst te worden opgepakt. Dit keer wachtte hij de bons op de deur niet af en vluchtte door de bergen naar Beiroet, waar hij van de Duitse ambassade papieren kreeg om door te reizen naar Duitsland. ‘Als je in Syrië nu in de gevangenis komt, kost je dat niet alleen je vrijheid. Ook je leven.’
    Als vluchteling is hij niet gelukkig in Berlijn, al had hij de stad graag als toerist bezocht. ‘Ik wil thuis zijn, in mijn eigen huis, in mijn eigen land,’ zegt hij aan de telefoon. ‘Net als alle andere Syriërs die zijn gevlucht en nu naar Europa komen.’ Maar zolang het geweld in Syrië aanhoudt, zal hun aantal alleen maar groeien. Europa heeft het aan zichzelf te danken, vindt Al-Bunni. Dat de vluchtelingencrisis nu als een humanitair probleem wordt behandeld, doet daar niet aan af.
    Zijn machteloze boosheid is duidelijk hoorbaar. Hij dreunt de getallen op: ‘Ruim driehonderdduizend doden, anderhalf miljoen gewonden, bijna acht miljoen mensen ontheemd waarvan vier miljoen naar het buitenland zijn gevlucht – en nog steeds weigert de internationale gemeenschap om de oorzaak van het probleem aan te pakken: een dictatoriaal regime dat zijn positie koste wat kost wil handhaven.’
    De internationale gemeenschap legitimeert de misdrijven van Assad, zegt hij, want die hoeft toch nergens rekenschap af te leggen. De weg naar het Interna-tionaal Strafhof werd vorig jaar afgesloten door veto’s van Rusland en China in de Veiligheidsraad. Dat wordt die landen vaak verweten, maar niet alleen Rusland en China hebben boter op hun hoofd, aldus Al-Bunni. ‘Toen Assad honderdduizend mensen had vermoord deden andere landen ook niets.’
    Terwijl er best andere manieren denkbaar zijn om de strijdende partijen ter verantwoording te roepen. ‘Landen zouden hun nationale gerechten bijvoorbeeld kunnen openstellen voor deze zaken, zoals België in het verleden heeft gedaan. Dat doen ze niet.’
    En dus wil Al-Bunni een nieuwe rechtbank oprichten die is samengesteld uit Syrische en buitenlandse rechters en advocaten. Deze rechtbank zou in Den Haag of Turkije moeten worden gevestigd. Voor dit plan gaat Al-Bunni de komende tijd lobbyen, onder andere bij het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook hoopt hij op steun van de internationale juridische wereld. ‘In gesprekken over een politieke oplossing gaat het eigenlijk nooit over recht,’ zegt hij. ‘Maar het is de enige manier om het geweld te stoppen en de overgang naar een nieuwe, democratische samenleving mogelijk te maken.’

Download artikel als PDF

Advertentie