Paullus Merula maakte naam met een handboek voor civiel recht, stapelde functies en bekwaamde zich als classicus, jurist, historicus en geograaf.
De T-shaped lawyer blijkt geen nieuw fenomeen. De advocaat die een grondige kennis van het recht (de staander in de T) combineert met kennis van sociologie, historie, psychologie, kortom, een brede algemene ontwikkeling (de ligger), kwam al voor in de vroegmoderne tijd. Zijn naam: Paullus Merula.
Merula werd op 19 augustus 1558 geboren als zoon van de secretaris van Dordrecht Willem Merula en Jacoba Heermanns. Na de La-tijnse scholen in Dordrecht en Delft liet hij zich in 1578 als student inschrijven in Leiden. Na een jaar begon Merula aan een studiereis door Europa. Hij bezocht verschillende universiteiten in het buitenland, waaronder die van Parijs, Bourges en Orléans. In Genève, Basel en Straatsburg stortte Merula zich op de rechtswetenschap. De kost verdiende hij intussen als corrector en huisleraar. Als achterneef van de protestantse martelaar Angelus – die als priester het katholicisme afviel – nam de protestant Merula tijdens zijn verblijf in katholiek Frankrijk voor alle zekerheid een alias aan: Mismetius of Paul Guillaume.
Na negen jaar studie en reizen liet hij zich in 1587 inschrijven als advocaat voor het Hof van Holland. In die tijd produceerde hij het handboek voor het civiel recht Manier van procederen in de Provintiën van Holland, Zeeland ende West-Vriesland, belangende civiele zaaken enz. Al snel zou dit in de kustgebieden het standaardwerk worden op het terrein van het burgerlijk recht. In 1589 trouwde hij met Judith Buys, dochter van Bartholomeus Buys van Woeringen, pensionaris van Gorinchem, gezant van de Staten van Holland in Denemar-ken en later secretaris van de hertog van Mecklenburg. Met Judith kreeg hij negen kinderen, waarvan de meesten jong stierven. Zoon Willem zou vanaf diens dertiende beginnen aan de Nederlandse vertaling van zijn vaders Latijnse werken en ander, onafgemaakt werk, voltooien.Na het vertrek van de bekende filosoof Justus Lipsius uit Leiden nam Merula diens colleges over.
Merula beperkte zich niet tot het recht. In 1593 werd hij hoogleraar geschiedenis. Hij gaf de autobiografieën uit van de Rotterdamse theoloog Erasmus en Leidse hoogleraar in de theologie Franciscus Junius. Ook stelde hij een boekwerk samen over de wereldgeschiedenis, de Tydt-Threzoor. Merula verzamelde tijdens zijn professoraat duizenden stukken over de Tachtigjarige Oorlog tussen de opstandige Nederlanden en Spanje voor een beschrijving van de Opstand. Daarop benoemden de Staten-Generaal hem in 1598 tot hun historieschrijver. Later zou hij ook de functie van geschiedschrijver van Gelderland in de wacht slepen en universiteitsbibliothecaris worden.
Intussen bewoog Merula zich binnen een steeds groter aantal wetenschappen. Zo produceerde hij naast zijn werken over recht en geschiedenis nog publicaties over onder meer geografie, waaronder een een aardrijkskundige wereldbeschrijving, de Cosmographia ge-neralis.
Tijdgenoten roemden classicus, jurist, historicus en geograaf Merula om zijn werklust. Merula moet aanhoudend hebben gewerkt, con-cludeerden ook biografen later. Niet vreemd dus dat het werk Merula boven het hoofd groeide. Hij raakte overwerkt en vertrok met zijn vrouw naar Rostock aan de Oostzee om op krachten te komen. Juist toen hij was hersteld, kreeg Merula een interne bloeding waaraan hij uiteindelijk bezweek. Merula liet vele onvoltooide of ongepubliceerde handschriften na.
Paullus Merula (1558-1607)