Welke trends spelen er binnen het postacademisch onderwijs voor advocaten? Drie trends uitge-licht. De advocaat van straks moet een techsavvy, ethisch bewuste T- dan wel T-shaped lawyer zijn.
De T-shaped lawyer
In het artikel ‘Lessen uit Amerika’ in maart 2013 schreef het Advocatenblad er al over: ‘de T-shaped client loving lawpreneurs’. Later dezelfde maand pleitten vijf bestuursvoorzitters van grote kantoren op de opiniepagina van NRC Handelsblad voor het stimuleren van de T-shaped lawyer. Thema van het Jonge Balie Con-gres van dit jaar? De T-shaped lawyer. Deze professional combineert diepgaande juridische kennis (staander in de T) met basiskennis van andere disciplines en vaardigheden (de ligger in de T). Het gaat bijvoorbeeld om basiskennis van economie, bestuurskunde, politicologie, psychologie, sociologie en academische vaardigheden als analytisch denken, argumenteren en interpreteren.
Martijn Snoep, scheidend managing partner van De Brauw Blackstone Westbroek, is groot voorstander van de T-shaped lawyer. ‘Je moet een goed gevoel hebben voor de omgeving van je cliënt, op commercieel, maatschappelijk en sociaal vlak.’ Opleidingen binnen De Brauw zijn dan ook afgestemd op het ideaal van de T-shaped lawyer. Zo traint het kantoor advocaten met hulp van de London Business School in het ontwikkelen van business awareness. Ook krijgen advocaten cursussen als ‘Projectmanagement’, ‘Adviesvaardigheden’, ‘Financial skills’ en ‘Hoe onderhoud je cliëntrelaties?’.
Opleidingsinstanties van postacademisch onderwijs voor advocaten houden zich actief bezig met de roep om verbreding boven op verdieping van de kennis van advocaten. Dat komt terug in het type cursussen dat de instanties aanbieden. Zo biedt de VU Law Academy de cursus ‘Samenwerken tussen decentrale over-heden’ aan, een cursus met juridische, bestuurlijke en sociologische aspecten. Opleidingsbureau Dialogue geeft veel cursussen en opleidingen waarmee advo-caten hun menselijke kant, soft skills, kunnen ontwikkelen. De onderwijsinstelling spreekt niet van de T-shaped, maar van de -shaped lawyer. Directeur Monique van de Griendt: ‘De eerste staander staat voor de juridische inhoudelijkheid, de tweede voor kennis van conflicten, conflictmanagement en conflicthantering. Als advocaat moet je daar expert in zijn. Het liggende streepje staat voor bedrijfskunde, economie, psychologie en IT-kennis.’
Marjan Bastiaan, directeur van OSR Juridische Opleidingen signaleert dat cliënten behoefte hebben aan een advocaat die verder kijkt dan de juridische casus. ‘Bij de nieuwe generatie cliënten ziet OSR een zoektocht naar “echtheid”, naar advocaten die empathie tonen en het liefst ook maatschappelijk bewust zijn. Dit vraagt om een ander soort advocaat, niet meer alleen om een advocaat die correct een juridische oplossing van een complex probleem formuleert.’
In het verlengde van de T-shaped lawyer pleit Martijn Snoep ervoor de eis dat alleen bachelors rechten tot de advocatenopleiding mogen worden toegelaten, te schrappen. Een master rechten, aangevuld met een brede, deels juridische bachelor opleiding, zou voldoende moeten zijn, vindt hij. En de eerste brede ba-chelor opleiding met civiel effect is er al. Sinds 2014 biedt de Universiteit van Amsterdam de studie Politics, Psychology, Law and Economics aan. Jan Breed, directeur van de VU Law Academy, is bezig om met de Rechtenfaculteit, de faculteit Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde en de faculteit Sociale We-tenschappen te kijken hoe de drie faculteiten binnen het postacademisch onderwijs kennis kunnen uitwisselen.
Marc Salomon, Dean aan de Business School van de Universiteit van Amsterdam, geeft ook aan dat er plannen zijn om aan juristen opleidingen in bedrijfskun-de te gaan bieden en zo tegemoet te komen aan de vraag naar breder opgeleide advocaten.
Relativerende geluiden over de T-shaped lawyer klinken er ook. Steven Schuit, advocaat bij Allen & Overy en voormalig bestuursvoorzitter van de Law Firm School: ‘Als advocaat moet je heel goed weten hoe dingen juridisch in elkaar zitten. Welke wetten en jurisprudentie van toepassing zijn in een zaak, en als je dat niet weet, waar je dat kunt opzoeken en hoe je dat kunt toepassen. De advocatuur is een moeilijk vak. De breedte mag niet ten koste van de diepte gaan.’
Computertechnologie
‘De advocaat van de toekomst zou best weleens een informaticus kunnen zijn,’ zei Marc Salomon deze zomer nog tijdens de boekpresentatie van De nieuwe advocaat. De exponentiële groei van technologische ontwikkelingen werkt zeker door in de opleidingen voor advocaten. Op sommige Amerikaanse rechtenfacul-teiten heeft technologie al een plek in het curriculum. In eigen land wil opleidingsinstantie Dialogue advocaten gaan opleiden in IT-vaardigheden. Directeur Mo-nique van de Griendt: ‘Moeten advocaten een soort programmeurs worden? Of moeten ze leren werken met de systemen die er zijn? IT-vaardigheden is een verzamelterm. We zijn nu aan het onderzoeken waar precies behoefte aan is.’ Managing partner Martijn Snoep laat weten dat De Brauw inmiddels met een grote groep juristen en staf kijkt naar verschillende nieuwe manieren om de dienstverlening te verbeteren met de hulp van ICT. ‘Veel advocaten zijn sceptisch over technologische ontwikkelingen. Ik denk dat dat onverstandig en onnodig is. Advocaten moeten in deze ontwikkeling het voortouw nemen.’
Veel opleidingsinstanties bieden inhoudelijke cursussen en opleidingen aan op het raakvlak van recht en technologie. Zo kent de VU Law Academy de cursus: ‘Hoe zit het met intellectueel eigendomsrecht in de virtuele wereld?’ Met de afdeling eLaw verzorgt het Juridisch PAO van de Universiteit Leiden diverse cursus-sen rondom privacy en cyberspace. Om advocaten klaar te stomen voor KEI (Kennis en Innovatie Rechtspraak) bieden OSR Juridische Opleidingen en CPO cur-sussen aan die inspelen op de consequenties van de digitalisering van de rechtspraak.
De toenemende technologische mogelijkheden werken ook door in de manier waarop advocaten hun postacademisch onderwijs genieten. Zo heeft de VU Law Academy in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam rond de twintig tot vijfentwintig webcolleges opgezet. Advocaten kunnen op deze manier los van tijd en plaats cursussen volgen. Sceptici waarschuwen voor het gevaar dat advocaten de interactie missen, waardoor ze snel zullen afhaken.
Populairder bij veel opleidingsinstanties is blended learning. Dat is een mix van contactonderwijs op locatie en online onderwijs. De cursussen worden in een digitale leeromgeving aangeboden, sommige cursussen worden voorzien van video-colleges en/of kennisclips. Cursisten kunnen de kennis zodoende voor een deel zelfstandig bestuderen. In groepsverband wordt de kennis dan vervolgens besproken en toegepast.
‘Blended learning heeft de toekomst’, zegt Monique van de Griendt. ‘Het hele onderwijs zal steeds meer online worden gegeven. Maar er blijft behoefte aan contactmomenten. Bij een cursus ‘Harvard onderhandelen’ kun je de kennis grotendeels digitaal overbrengen. Maar de vaardigheden moet je in real life oefenen.’
En dan heb je nog de gamification en serious games. De computerspellen waar advocaten al spelend wijzer van worden. Volgens Steven Schuit een erg interessante trend binnen het onderwijs van advocaten. ‘Advocaten zijn uit op winnen. Een advocaat die niet wil winnen, is geen goede advocaat. Deze games spelen in op dezelfde drijfveer. En het is geen roulette. Je moet strategisch denken, omgaan met kennis en kennis toetsen op juistheid.’
Ethiek
De aandacht voor ethiek is de afgelopen jaren toegenomen binnen de advocatuur. De discussie over het toezicht op advocaten heeft geleid tot een verscherpte omgang met klachten. Daarbij stimuleert de Nederlandse orde van advocaten intervisie. Dat heeft ook vaak een gedragsrechtelijke kant. Ook zorgen technolo-gische ontwikkelingen ervoor dat computers steeds beter in staat zijn delen van het werk van advocaten over te nemen. Met ethisch gedrag kunnen advocaten zich van computers onderscheiden.
Martijn Snoep vat de oorzaken voor een toenemende interesse voor ethiek als volgt samen: ‘Er is een grote mate van wantrouwen naar grote instituties, veel transparantie, de wereld globaliseert, automatisering neemt een vlucht. Deze giftige cocktail zorgt ervoor dat burgers, bedrijven en ook advocaten zich verloren voelen. Ethiek kan voor een nieuw moreel kompas zorgen.’
In het onderwijs voor advocaten komt deze extra aandacht voor ethiek terug. De Beroepsopleiding Advocaten staat meer stil bij ethische casus. Advocaat-stagiaires krijgen gedurende drie jaar in totaal vijftien dagdelen (exclusief voorbereidingstijd) onderwijs in beroepsattitude en beroepsethiek. Ethische dilemma’s worden daarnaast in het cognitieve en vaardighedenonderwijs geïntegreerd. Maar ook in het post-academisch onderwijs is er toenemende interesse voor ethiek. Dit najaar begon bij opleidingsinstantie Dialogue de ‘Opleiding tot klacht-functionaris’. Volgens de nieuwe Verordening op de advocatuur, die per 1 januari 2015 in werking is getreden, moet binnen een kantoor namelijk één van de partners klachtfunctionaris zijn.
Daarbij is Dialogue van plan om de cursus ‘Professionele kritische instelling’ voor accountants per 2016 ook voor advocaten aan te gaan bieden. Bij deze cursus leren advocaten dat ze niet klakkeloos moeten aannemen wat een cliënt zegt. ‘Je leert doorvragen, het pluis en niet-pluis gevoel te activeren,’ zegt Monique van de Griendt. ‘Als advocaat heb je veel privileges. Dat brengt ook verantwoordelijkheden met zich mee.’
Bij de VU Law Academy wordt ethiek altijd met een inhoudelijk vak gecombineerd. ‘Zoals het vak Compliance and Governance,’ zegt directeur Jan Breed. ‘Het moet altijd ingebakken zitten in de cursus.’ Ook bij OSR Juridische Opleidingen is ethiek verweven in diverse opleidingen. ‘Onze ervaring leert dat ethiek gekop-peld aan inhoud door advocaten eerder wordt opgepikt dan een cursus sec over dit onderwerp.’
Binnen het onderwijs van De Brauw Blackstone Westbroek is ook veel aandacht voor ethiek. Snoep: ‘Het gaat daarbij niet alleen om: wat mag volgens de ge-dragsregels en wat niet? Het gaat om dilemma’s. Er is niet altijd één antwoord mogelijk. Het gaat erom dat je van gedachten kunt wisselen en je bezig kunt houden met de vraag: is het ethisch juist, ook al mag het volgens de gedragsregels? Regelgeving is niet het enige kompas waar een jurist op vaart. Door het er met elkaar over te hebben, ontwikkel je ook een andere graadmeter.’