De Raad voor de Rechtspraak houdt voorlopig vast aan het Meerjarenplan 2015-2020. Wel stelt de Raad het besluit over de plannen op verzoek van de Tweede Kamer en minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie, VVD) uit. Dat blijkt uit een brief van Raad-voorzitter Frits Bakker aan de minister.
De Raad voor de Rechtspraak en de presidenten van de gerechten (verzameld in het Presidenten Raad Overleg, PRO) hebben het Meerjarenplan opgesteld om ‘vier forse uitdagingen aan te kunnen gaan’. In de brief aan de minister beschrijft voorzitter Bakker hoe de Rechtspraak tegelijkertijd moet moderniseren, investeren in kwaliteit, de werkdruk moet aanpakken en 88 miljoen euro moet bezuinigen. ‘Het tegemoet treden van deze uitdagingen is niet mogelijk zonder moeilijke en pijnlijke beslissingen te nemen. Daarbij houdt het PRO altijd het overkoepelende belang van de Rechtspraak voor de samenleving voor ogen,’ schrijft Bakker.
In lijn met het verzoek van de Tweede Kamer zet de Rechtspraak nog geen onomkeerbare stappen, vermeldt de brief. Pas na de behandeling van de VenJ-begroting in de Tweede Kamer zal het PRO een besluit nemen over het Meerjarenplan. Wel houdt het PRO ‘onverminderd vast aan de uitgangspunten en hoofdlijnen’ van het plan. Het Meerjarenplan omvat onder andere het terugbrengen van de huisvesting van zeven van de huidige 32 zittingsplaatsen en de introductie van zaakspakketten.
Eén wijziging kondigt de Rechtspraak al wel aan: ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen worden als facultatief element aan het uitgebreide pakket toegevoegd. Jeugdbeschermingszaken kunnen in de toekomst dan nog steeds in Assen, Almelo, Alkmaar, Lelystad, Dordrecht, Zutphen en Maastricht worden behandeld.
De Rechtspraak zou begin september een besluit nemen over het Meerjarenplan, maar stelde die beslissing uit tot 28 september, vanwege de geuite zorgen en kritiek op het gevolgde proces.
Nathalie Gloudemans-Voogd