Belastingontwijking is een hot item. Maar de keerzijde daarvan, dubbele belastingheffing, is een stuk minder sexy. Toch schreef Alexander Bosman van Loyens & Loeff daar een dik proefschrift over. Dat is nodig, want te vaak moeten belastingplichtigen bij de fiscus in twee landen afrekenen. Volgens Bosman is er een oplossing.

De bilaterale verdragen die landen met elkaar sluiten om dubbele belastingheffing te voorkomen, zijn gebaseerd op het OESO-modelverdrag. Nederland heeft met meer dan negentig landen een belastingverdrag gesloten. Dit modelverdrag – eigenlijk is het een voorbeelddocument – regelt artikelsgewijs over welke soorten inkomsten belasting wordt geheven.

Artikel 21 is het restartikel: wat elders niet is geregeld, komt hier aan de orde. Dat zijn bijvoorbeeld periodieke lijfrenten, loterijprijzen en sociale zekerheidsuitkeringen, maar ook bepaalde inkomsten uit onroerend goed dat in een ‘derde land’ ligt. ‘In het modelverdrag is ongelukkig geformuleerd wie daarover belasting mag heffen, zodat vaak twee landen dat doen. En dat is juist niet de bedoeling’, zegt Bosman, die op 22 september aan de Vrije Universiteit promoveerde op Other income under tax treaties. An analysis of article 21 of the OECD model convention.

Niet alleen zouden de OESO-lidstaten dit modelverdrag moeten aanpassen, ook rechters zouden het verdrag beter en uniformer moeten uitleggen. ‘Onze Hoge Raad heeft – terecht – gezegd dat het modelverdrag van groot belang is om dubbele belastingheffing te voorkomen. Vervolgens wringt de Hoge Raad zich in allerlei bochten om artikel 21 vooral niet te hoeven gebruiken. Er zijn meerdere voorbeelden bekend dat de Hoge Raad hier echt fout zat, met als gevolg dat belastingplichtigen te veel belasting hebben betaald.’

Tot slot doet Bosman (sectie Algemene fiscale praktijk van Loyens & Loeff) een appèl op de wetgever. ‘Omdat het OESO-modelverdrag soft law is, bevat het geen dwingende belastingregels. Daardoor kunnen rechters het gemakkelijker omzeilen. Partijen die de bilaterale verdragen sluiten – de ministers van Financiën en Buitenlandse Zaken – zouden de voorgestelde aanpassingen nadrukkelijker moeten doorvoeren om er zo harde regels van te maken.’

Michel Knapen

Advertentie