De PvdA keert zich tegen de oprichting van het Netherlands Commercial Court in Amsterdam. ‘De rechtspraak moet niet gaan meedoen op de markt’, meent PvdA-Kamerlid Jan Vos.

Vos reageert op een publicatie in Het Parool over de plannen die binnen de Amsterdamse rechtspraak zouden leven om op korte termijn met het Netherlands Commercial Court (NCC) te beginnen. Dat commerciële hof zou geschillen tussen multinationals gaan beslechten. In het komende jaar zouden de voorbereidingen voor de oprichting van het NCC moeten starten.

‘Rechtspraak is een overheidstaak bij uitstek’, vindt Jan Vos. ‘En marktdenken bij andere overheidstaken is tot nu toe nog niet een groot succes gebleken.’ Volgens Vos zijn de plannen voor het NCC ook niet erg goed onderbouwd. ‘Het blijkt niet dat naast de bestaande mogelijkheden van arbitrage, mediation en de gewone rechtsingang daadwerkelijk behoefte bestaat aan het NCC.’

Volgens PvdA-Kamerlid Vos ontstaat er met de oprichting van het NCC een voorkeursbehandeling voor partijen die veel geld op tafel kunnen leggen. Als de overheid gaat meebetalen aan het commerciële hof zou het ook nog ten koste gaan van het bestaand budget voor de rechtspraak.

Het standpunt van de PvdA is opmerkelijk. Coalitiegenoot VVD is juist een groot voorstander van de oprichting van het NCC. Ook GroenLinks is kritisch over het initiatief. Het CDA wil er eveneens opheldering over. Deze week komt het Netherlands Commercial Court ter sprake in een overleg in de Tweede Kamer over TTIP. Dat vrijhandelsverdrag voorziet ook in een rechtsgang voor zakelijke partijen die zich benadeeld voelen door maatregelen van overheden.

Maarten Bakker

Advertentie