Op 13 oktober was de aftrap van het Innovatieplatform van de Nederlandse orde van advocaten. De NOvA organiseert een serie bijeenkomsten waarbij advocaten en experts discussiëren over ‘ontwikkelingen die de advocatuur raken’. Volgens algemeen deken Walter Hendriksen is de centrale vraag: ‘Doen de redenen van de belemmeringen die we onszelf hebben opgelegd zich nog wel voor?’

Bijvoorbeeld rond alternative business structures (ABS); in het Verenigd Koninkrijk kunnen advocatenkantoren vreemd vermogen aantrekken en staan niet-advocaten aan het roer, zou dat hier ook moeten kunnen? Drie sprekers geven eerst een lezing over dit onderwerp. ‘Wat wij vanzelfsprekend vinden, hoeft niet vanzelfsprekend te zijn,’ zegt Pieter Tubbergen van Schaap Advocaten Notarissen.

Bas Boris Visser, Global Head of Innovation and Business Change van Clifford Chance, stelt dat het gesprek over ABS een voorvraag kent: ‘Zijn we als advocatuur wel toe aan deze discussie? Advocaten hebben toch wel veel moeite met verandering.’ Waarom zouden bestuurders die geen advocaat zijn geen partner mogen heten, vraagt Visser zich af. ‘Je moet het voor hen wel aantrekkelijk maken.’ De cliënt wil meer voor minder en informatietechnologie neemt een nog grotere vlucht; grijpen we deze ontwikkelingen aan, is Vissers retorische vraag. ‘Alternative business structures kunnen daarbij helpen.’

Oud-deken van Amsterdam Germ Kemper haalt een onderzoek uit Australië van een paar jaar geleden aan. ‘Als een groot kantoor gestuurd wordt op billing practices dan volgt overbilling. Dat hoort bij de cultuur van een groot kantoor.’ De organisatie van grote kantoren zou een slechte invloed hebben op de ethische kwaliteit van individuele advocaten. Daarom moeten kantoren erop beducht zijn dat elke wijziging in de structuur effecten kan hebben op het individuele ethische bewustzijn van advocaten. Kemper pleit voor een soort milieueffectrapportage: ‘Bij elke innovatie en wijziging moet je een schatting maken van de effecten die dat kan hebben op het individuele advocatengedrag.’

Na een aantal vragen uit de zaal, onder andere van een aanwezige die dacht meer te horen over nieuwe businessmodellen, vult het tweede deel van de middag zich met presentaties en discussies over mediation. AR-lid en advocaat/mediator Aai Schaberg spreekt zich uit tegen verplichte mediation zoals minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie, VVD) voorstelde als Kamerlid. Dat is in strijd met de partijautonomie en werkt juridisering in de hand, vindt Schaberg. Hij is voorstander van mediation in het algemeen, maar meent dat mediation niet altijd het beste middel is.

Holistisch mediator (‘Het betekent: iets zien als een geheel’) en advocate Petra Slingenberg is juist voor verplichte mediation: ‘Daarmee open je een scala aan mogelijkheden voor je cliënt.’ De Haagse advocate en mediator ziet ook heil in de integrated law movement waarin ruimte voor is samenwerking tussen verschillende disciplines. Oud-advocaat Joost Maassen, nu onderhandel- en conflictmanagement-professional, roemt de π-shaped lawyer, die kennis heeft van twee functionele kennisgebieden: het juridische en conflictmanagement.

Bij de aansluitende borrel heerst hulde voor de NOvA in de eerste aanzet van de discussie over de toekomst van de advocatuur. Aanwezigen hebben tegelijkertijd het gevoel dat de vraag van de algemeen deken over de zelfopgelegde belemmeringen nog niet beantwoord is. Op 1 december a.s. kan de advocatuur verder praten bij de volgende bijeenkomst van het innovatieplatform. De NOvA roept op door te discussiëren in de eigen LinkedIn groep.

Nathalie Gloudemans-Voogd

Advertentie