Het Openbaar Ministerie heeft de werkwijze binnen ZSM-procedures per 1 oktober op een aantal punten aangepast. Hiermee is de rechtspositie van verdachten verbeterd. ‘Een stap in de goede richting, maar we zijn er nog niet,’ waarschuwt de Nederlandse orde van advocaten (NOvA). Rechtsbijstand aan verdachten door advocaten moet een structurele plek krijgen binnen het ZSM-proces, stelt de NOvA.

Verdachten binnen het ZSM-proces, waarin zaken zo spoedig mogelijk worden afgedaan, worden sinds 1 oktober beter geïnformeerd. Ze krijgen informatie over de verschillende afdoeningsmogelijkheden. En ze worden gewezen op de consequenties van het direct betalen van een boete of het direct accepteren van een taakstraf: een strafblad. Dat betekent dat ze geen Verklaring Omtrent Gedrag krijgen die ze nodig kunnen hebben, bijvoorbeeld bij een sollicitatie.

Een andere aanpassing binnen het ZSM-proces is dat verdachten alleen direct een boete mogen betalen of een werkstraf mogen accepteren nadat ze een advocaat hebben geraadpleegd. De uiterst kritische publicatie van het rapport ‘Beschikt en bewogen’ van de procureur-generaal van de Hoge Raad, dat in januari 2015 verscheen, was aanleiding voor de aangepaste werkwijze binnen ZSM-procedures.

‘Het is een positieve beweging, maar we zijn er nog niet’, zegt advocaat Alrik de Haas, advocaat bij OMVR advocaten en notarissen. De Haas is dan ook van mening dat een verdachte vanaf het moment dat hij gaat worden gehoord, een lijn met een advocaat moet krijgen die hem kan uitleggen wat hij voor hem kan betekenen. ‘Elke verdachte verdient binnen ZSM toegang tot adequate rechtsbijstand al vóór het eerste verhoor en gedurende de inverzekeringstelling.’

‘Beter laat dan nooit, maar het hele ZSM-systeem is in en in rot’, twitterde Sidney Smeets, advocaat bij Spong advocaten. Smeets doelt hiermee op het feit dat de rol van de aanklager en de rechter in de ZSM-procedure in één persoon is vervat. Smeets: ‘Daarom is het cruciaal dat niemand akkoord gaat met een voorstel van het OM zonder een advocaat geraadpleegd te hebben. Voor je het weet, zit je ten onrechte met een strafblad.’

‘ZSM is een naar zijn aard gevaarlijk model,’ zegt Esther van den Bosch, beleidsadviseur van de NOvA. ‘De aanklager en de rechter is in een ZSM-procedure één en dezelfde persoon. Juist daarom is het belangrijk dat rechtsbijstand door een advocaat een structurele plek binnen ZSM-procedures krijgt.’

Volgens de Nederlandse orde van advocaten is de aangepaste ZSM-werkwijze ‘een stap in de goede richting’. Tegelijkertijd wijst Van den Bosch erop dat rechtsbijstand in ZSM-zaken nog onvoldoende is gegarandeerd. ‘Veel verdachten hebben geen idee wat de consequenties zijn van bijvoorbeeld een strafbeschikking.’ De NOvA pleit ervoor dat een verdachte, alleen na contact met een advocaat, afstand kan doen van zijn recht op bijstand. Van den Bosch: ‘Rechtsbijstand is niet verplicht maar verdachten moeten wel weten wat hun rechten zijn en wat de gevolgen zijn van bepaalde keuzes. Alleen een advocaat kan ze daarover adequaat informeren en adviseren.’

Per 1 juli liep de pilot af waarbij op drie verschillende ZSM-locaties (Rotterdam, Midden-Nederland en Oost-Nederland) werd geëxperimenteerd met structurele rechtsbijstand in ZSM-zaken. Het ministerie van Veiligheid en Justitie wacht de evaluatie van deze pilot af en beslist vervolgens of deze werkwijze landelijk zal worden ingevoerd.

Sabine Droogleever Fortuyn

Sabine Droogleever Fortuyn

Sabine Droogleever Fortuyn

Redacteur

Profile page
Advertentie