Wat verdienen advocaten? Wat willen ze verdienen? Op welk salaris rekenen ze volgend jaar? Hoe en wat declareren ze? Waar gaat hun tijd aan op? Hoeveel vakantiedagen hebben ze? Werken ze thuis? Zijn ze tevreden? Waar maken ze zich zorgen over? Een steekproef van Sdu en organisatieadviesbureau Berenschot onder meer dan tweehonderd advocaten geeft antwoord op deze en tientallen andere vragen. Vergelijk uzelf met uw beroepsgenoten.
Inkomsten
Geen champagne
Het is nog te vroeg voor bubbels. Weliswaar is de economische crisis voorbij, maar echt profiteren van het economisch hoogtij doen advocaten (nog) niet. Vorig jaar, in de slechte tijd, voorspelde meer dan de helft van de advocaten een salarisstijging, niet meer dan 4 procent voorzag een daling. Wat blijkt? Advocaten waren iets te optimistisch. Uiteindelijk steeg het inkomen voor 44 procent en zag bijna 9 procent van de advocaten het inkomen dalen. De arbeidsvoorwaarden verslechterden net als vorig jaar voor twee op de tien advocaten; geen reguliere salarisverhoging, minder verlof, geen dertiende maand en noodgedwongen minder werken kwamen het vaakst voor.
Misschien dat een groeiend aantal advocaten daarom wel wat voorzichtiger is. Voor komend jaar rekent nog ‘maar’ 45 procent op hogere inkomsten. Vooral vrouwen stelden hun verwachtingen bij. Van hen denkt 43 procent volgend jaar meer te verdienen, bij mannen is dat 51 procent. Ook de junioren zijn voorzichtiger dit jaar. In 2014 rekenden vier op de tien junior-advocaten/stagiaires op hogere inkomsten, nu zijn dat er drie op de tien.
Voelen advocaten zich ondergewaardeerd? Je zou het bijna zeggen. Zeker vier op de tien advocaten vindt dat hij of zij (veel) minder verdient dan marktconform zou horen. Vooral vrouwen (38 procent) en advocaten van 31 tot 46 jaar (37 procent) vinden dat ze (veel) te weinig verdienen.
Opmerkelijk is dat junior-advocaten/advocaat-stagiaires ten opzichte van vorig jaar hun gemiddelde uurtarief met een tientje zagen dalen tot 185 euro. Partners en senior-advocaten gingen er juist (iets) op vooruit: van gemiddeld 230 euro naar gemiddeld 235 euro per uur. Toch zijn de ‘jonkies’ het meest positief over een stijging van de inkomsten. Zij verwachten 4 tot 6 procent meer te gaan verdienen. Partners en senioren houden het bij een bescheiden stijging van 1,6 tot 2,6 procent.
Arbeidsmarkt
Geld is niet alles
In 2014 zei een kwart van de advocaten te zoeken naar een baan elders. Dat percentage is in 2015 19. Nog altijd behoorlijk, maar wel minder. Dat lijkt vooral te danken aan de kleinere kantoren (tot twintig advocaten). Bij kleine kantoren is namelijk 15 procent op zoek naar ‘een nieuwe uitdaging’. Bij grote kantoren is dat 28 procent.
Wie vooral op zoek zijn? Vrouwen (23 procent) kijken net iets meer dan mannen (18 procent) om zich heen. Ook de leeftijdsgroep van 31 tot 46 jaar is op drift. Van hen wil 35 procent weg. Niet vreemd, per slot van rekening voelt ruim een derde van die groep zich niet marktconform beloond.
De redenen voor het verlangen naar ander werk komen uit onverwachte hoek: advocaten willen vooral iets anders omdat de sfeer niet bevalt en de ontwikkelingsmogelijkheden onvoldoende zijn. Pas op de derde plaats komt geld.
Anders dan vorig jaar is niet gevraagd naar de favoriete werkgever. Gevraagd naar hun favoriet zei 65 procent van de advocaten vorig jaar het niet te weten. Voor de rest gold: net zoveel advocaten als favorieten.
Doorwerken
Geen zorgen over morgen
De pensioenleeftijd kruipt omhoog. Hoe lang kunt u nog doorwerken? Die vraag is niet alleen relevant voor arbeidskrachten met fysiek zware beroepen, maar ook voor advocaten. Zij vallen niet uit door versleten gewrichten, maar door psychische problemen, leert onderzoek van arbeidsmarktverzekeraar Movir.
Toch wordt er bij zes op de tien advocaten niet gepraat over de invulling van een toekomstige positie, de zogeheten duurzame inzetbaarheid. Demotie, een optie bij het ouder worden, wordt bij driekwart van de respondenten niet besproken.
Echt zorgen maken advocaten zich niet over langer doorwerken. Meer dan de helft staat er neutraal tegenover en het aandeel advocaten dat langer doorwerken ziet zitten, groeide ten opzichte van vorig jaar zelfs iets: van 31 naar 35 procent.
Werktijd
Liever op kantoor
Een groeiend aantal advocaten kan thuiswerken en dat de mogelijkheid daartoe bestaat vinden de meesten belangrijk, maar doen ze het ook? Nee. Inmiddels kan 80 procent van de advocaten thuiswerken, maar een meerderheid van 60 procent werkt nog geen tiende van de tijd thuis. Sterker nog, het percentage dat advocaten thuiswerken neemt zelfs af.
Opvallend, net als vorig jaar, is dat mannen nagenoeg even vaak thuiswerken als vrouwen. Vrouwen ervaren op hun beurt weer een slechtere balans tussen werk en privé. Minder opvallend: hoe hoger in de boom (van stagiaire naar partner) hoe slechter de balans tussen werk en privé. Aan een strikt werkritme ligt het weinige thuiswerken overigens niet. Het aantal advocaten dat zijn of haar werk flexibel kan indelen, groeide van 58 naar 66 procent.
Wat advocaten met hun tijd doen? De top drie: adviseren slokt de meeste tijd op (36 procent), gevolgd door dossieronderzoek (23 procent) en cliënten bijstaan in de rechtszaal (11 procent). Opmerkelijk: acquisitie duikelde van de derde naar de vierde plek met 8 procent. Vorig jaar was dat nog 10 procent.
Een tip voor wie van vakantie houdt: specialiseer je in ondernemingsrecht. Die advocaten hebben gemiddeld de meeste (26) vakantiedagen, arbeidsrechtspecialisten met 23 dagen de minste.
Opleiden
Leergierige partners
Of de zaak-Moszkowicz een rol heeft gespeeld, is niet bekend. Zeker is wel dat fors meer advocaten buiten de verplichte PO-punten om opleidingen volgde. Dat percentage steeg van 45 naar 58. De honger naar kennis moet vooral bij de partners fenomenaal zijn. Maar liefst 80 procent volgde ‘extra’ opleidingen, gevolgd door senior-advocaten (47 procent) en junioren (45 procent). Mannen bleken met 64 procent leergieriger dan vrouwen (53 procent). De voornaamste reden om in de studiebanken te klimmen? Het vergroten van de vakkennis.
Zorgen
Wakker liggen
Wat houdt advocaten uit hun slaap? Het ligt er een beetje aan hoe hoog ze in de boom zitten. Partners zijn het meest bang voor wegblijvende klanten, een afname van de vraag naar de producten en diensten van het kantoor. Daarmee verband houden twee andere angsten: een ongunstig economisch klimaat en angst voor concurrentie van rechtsbijstandverzekeraars. Senior-advocaten en junioren daarentegen zijn vooral bang voor hun loonstrookje: bevriezing van het salaris is zorg nummer één. Gek genoeg maken zij zich geen zorgen over wegblijvende klanten, de grootste angst van partners.
Opmerkelijk: het gestegen zelfvertrouwen naar buiten toe. Negatieve publiciteit stond vorig jaar bij zowel partners/senioren als junioren/stagiaires in de top drie. Nu maakt 65 procent van de advocaten zich er niet langer druk om.
Van belang
Geen geldwolven
Het is voor het tweede jaar op rij dat de meeste advocaten aangeven sfeer op het werk belangrijk te vinden. Op afstand volgen de reputatie van het bedrijf en de opleidingsmogelijkheden. Pas op de vierde plek komt de hoogte van het inkomen. Advocaten zijn dus, in weerwil van hun reputatie, geen geldwolven. Wat de meeste advocaten koud laat? Files, parttime werken, en winstdeling. Geld is niet alles, ook niet voor advocaten.
Robert Stiphout