Het CDA betwijfelt of de nieuwe curatorwet van minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie, VVD) wel echt leidt tot een betere bestrijding van faillissementsfraude. De financiering van de extra taken van de curator zou nog niet goed geregeld zijn.
Ook andere fracties willen hierover meer duidelijkheid. In de zomer stuurde Van der Steur zijn wetsvoorstel naar de Kamer. Daarin krijgt de curator extra taken voor de signalering van faillissementsfraude. Hij wordt bijvoorbeeld verplicht om onregelmatigheden te melden bij de rechter-commissaris.
Het CDA vraagt Van der Steur nu of de regeling wel het gewenste effect zal hebben zolang de curator pas een vergoeding krijgt voor zijn extra inspanningen als het OM en de politie een zaak in onderzoek nemen. De fractie wil weten welke extra werklast curatoren kunnen verwachten als gevolg van de nieuwe wet. De regering zou ook moeten aangeven tot welke extra kosten dit leidt voor de beroepsgroep.
Ook wil het CDA weten of die extra kosten wel onder de Garantiestellingsregeling vallen voor curatoren. Die regeling zou hun financieringsbehoeften al niet helemaal dekken. De regering wil na de inwerkingtreding van de nieuwe wet bekijken of de curatoren meer geld nodig hebben. De SP vindt dat ‘mosterd na de maaltijd’.
De PvdA vraagt de minister de curatoren niet gedeeltelijk uit publieke middelen gefinancierd moeten gaan worden. Doordat ze de fraudebestrijding moeten intensiveren, wordt hun maatschappelijke taak immers ook belangrijker. Nu moeten de curatoren zich bedruipen met de opbrengsten uit de failliete boedel. Als ze aangiften doen van fraude kan dat echter ook negatieve gevolgen hebben voor dezelfde boedel, aldus de PvdA.
Maarten Bakker