Sinds mijn aantreden als algemeen deken begin januari hebben velen van u mij gevraagd naar mijn visie op het beleid en de speerpunten van de Nederlandse orde van advocaten in de komende jaren. Daar kan ik helder in zijn: voor mij staat het verbeteren van het imago van de advocatuur hoog op het lijstje. Dat imago baart me eerlijk gezegd af en toe best weleens zorgen. Iedere advocaat moet zich elke dag weer, bij alles wat hij doet, realiseren dat hij een ambassadeur is van de advocatuur als beroepsgroep. Samen maken we het beeld dat anderen in de maatschappij van ons hebben; van onze partners in de rechtsketen tot rechtzoekenden. Samen kunnen we het echter ook breken.
Het imago van de advocatuur wordt mijns inziens voor een groot deel bepaald door de kwaliteit die wij als advocaten dag in dag uit leveren ten behoeve van het functioneren van de rechtsstaat. In het kielzog hiervan is het ook cruciaal om constant te blijven innoveren om die kwaliteit hoog te houden. Niet voor niets vraagt de NOvA de komende tijd ruimschoots aandacht voor kwaliteit en innovatie. Bijvoorbeeld met een systeem voor kwaliteitstoetsing voor de advocatuur dat momenteel in ontwikkeling is. Verder zullen de Innovatieplatforms, waar we vorig jaar mee zijn gestart, ook dit jaar weer plaatsvinden.
Over innovatie gesproken: vanaf dit voorjaar gaat de NOvA bekijken of de gedragsregels, die in 1992 voor het laatst zijn herzien, geactualiseerd dienen te worden. De algemene raad heeft in het najaar van 2015 besloten te onderzoeken of de gedragsregels nog voldoen aan de eisen van de moderne tijd. Per 1 januari jl. is daarom de commissie Gedragsregels 2017 ingesteld, onder voorzitterschap van Jan Loorbach. Zoals de naam van de commissie al doet vermoeden, gaan we hierbij niet over een nacht ijs. Innovatie is af en toe ook een kwestie van een lange adem.