Wie alsnog in een winterdepressie wil raken, leze het Meerjarenplan van de Rechtspraak 2015-2020. De rechtspraak ondergaat de grootste reorganisatie in haar geschiedenis: digitalisering van de rechtspraak, invoering van professionele standaarden, de opzet van een Netherlands Commercial Court, verbetering van kwaliteit, van leiderschap, van de interne communicatie en van wat al niet, waaronder de terugdringing van ziekteverzuim dat bij rechters boven het landelijk gemiddelde ligt. De opeenstapeling van forse ambities wordt gevolgd door een opmerkelijke uitsmijter: er is geen extra geld voor beschikbaar.

De rechtspraak als rechtsbedrijf, met stakeholders en outputfinanciering, is al jaren realiteit. Maar het kan nog erger. In het meerjarenplan zien we de derde staatsmacht gekleed in de krappe bedrijfskleding van het ministerie. De veters van het korset kunnen nog wat strakker, vinden ze in Den Haag en zetbaas Frits Bakker mag aan de touwtjes trekken.

Bij de raad heeft een communicatiemanager gesleuteld aan deze holle boodschap: ‘De Rechtspraak gaat meer investeren in de handhaving en verbetering van de kwaliteit van het rechterlijke werk. Dat wordt mogelijk door de uitgaven voor bedrijfsvoering en huisvesting flink te verminderen.’

Anders gezegd: we nemen de rechter zijn vaste bureau af, ontslaan zijn griffiemedewerkers, sluiten zijn kantine, zetten zijn verwarming lager en zorgen dat hij sneller vonnis wijst. De advocaat die een akte na comparitie vraagt, maakt reeds hierom geen kans. De rechter krijgt de tijd niet van de manager: ‘Weet u wel wat dat kost?’

Gelukkig is er verzet. Negen rechters uit Utrecht hebben in november jl. de noodklok geluid over de plannen. In een artikel in NJB onder de titel ‘Tegenlicht’ was harde kritiek in keurige bewoordingen verpakt. De rechters vinden dat onvoldoende is onderzocht wat de consequenties zijn van de bezuinigingen. Ze wijzen op onderzoek waaruit blijkt dat de kwaliteit van de rechtspraak onder druk staat en vragen om terughoudendheid bij het opnieuw doorvoeren van veranderingen.

Er is weinig inspraak, er is geen dialoog tussen de managers en de rechters. De onafhankelijkheid van de rechter is in het geding: ‘Er lijkt een soort murwheid te zijn ontstaan door een wijdverbreid gevoel dat naar de tegenstem, als die al wordt geuit, niet wordt geluisterd.’

‘De rechtspraak heeft al lang de bodem bereikt en verdere bezuinigingen zijn ontoelaatbaar.’

Honderden rechters hebben in een enquête onlangs massaal de kritiek van ‘Tegenlicht’ onderschreven. Hun dringende boodschap: laat de rechtspraak met rust.

Amen.

Advertentie