Een of twee punten krijgen advocaten straks als ze bijstand verlenen bij een politieverhoor. Dat kan ‘aan de krappe kant’ zijn, erkent minister Ard van der Steur (Veiligheid & Justitie, VVD) in antwoord op vragen van SP-Kamerlid Michiel van Nispen.
‘In hoeverre kan van advocaten verwacht worden dat ze maar 1 of 2 punten vergoed krijgen, terwijl verhoren onverwachts komen en vaak bijzonder tijdrovend zijn?’ wilde Van Nispen weten van de minister. In het implementatiewetsvoorstel van de Europese richtlijn Recht op toegang raadsman is uitgaan van een advocatenvergoeding van één of twee punten in de eerste fase van het opsporingsonderzoek. De huidige vergoeding voor verhoorbijstand van minderjarigen ook zo hoog, verklaart de minister mede het aantal punten. ‘De vergoeding van 2 punten komt tegemoet aan de omstandigheid in zwaardere zaken, waarbij in veel gevallen meerdere verhoren plaatsvinden en deze bovendien vaak langer duren,’ stelt de minister. ‘In sommige situaties zal deze vergoeding aan de krappe kant zijn,’ erkent de minister op Van Nispens vraag. Van der Steur verwacht dat de vergoeding in andere gevallen aan de ruime kant zal zijn.
Op basis van een ‘grove inschatting’ van gemiddelde tijdsbesteding en het aantal verhoren komt Van der Steur uit op 11,5 miljoen euro aan gefinancierde rechtsbijstand in de eerste fase van het opsporingsonderzoek. Van Nispen vroeg of dit wel voldoende zal zijn. Het bedrag is nadrukkelijk een inschatting, antwoordt de minister. De kosten zijn niet alleen afhankelijk van de hoogte van de vergoeding die advocaten krijgen, maar ook van de mate waarin er gebruik zal worden gemaakt van het recht, meent Van der Steur. ‘Of deze 11,5 miljoen al dan niet voldoende is om de kosten voor verhoorbijstand te compenseren, zal moeten blijken na verloop van tijd.’
Voor de Nederlandse orde van advocaten vergroten Van der Steurs antwoorden de eerder geuite zorg eerder dan dat de bezorgdheid wordt weggenomen. ‘De vergoeding van een of twee punten houdt op geen enkele manier rekening met de tijd die advocaten aan het verlenen van verhoorsbijstand kwijt zijn,’ laat de NOvA weten. Dat de beoogde vergoeding in sommige gevallen ‘aan de ruime kant’ zou kunnen zijn geeft volgens de NOvA ‘geen blijk van enig inzicht in de (verhoor)praktijk’. De NOvA vreest dat het recht op verhoorbijstand onder druk komt te staan als een adequate vergoeding van rechtsbijstand uitblijft. Van Nispen had dit punt ook aangekaart, maar Van der Steur ziet ‘vooralsnog’ geen aanwijzingen voor een terugloop in het aantal piketadvocaten.
Het valt de NOvA bovendien op dat Van der Steur ‘met geen woord rept over de budgettaire consequenties’ die volgen op het invoeren van het recht op verhoorsbijstand. Vanaf 1 maart hebben verdachten recht op een advocaat bij verhoor, oordeelde de Hoge Raad in december. De regering had tot 27 november 2015 om implementatie van de Europese richtlijn te regelen, maar het implementatiewetsvoorstel is nog in behandeling bij de Tweede Kamer. Of advocaten in maart in alle gevallen meteen terecht kunnen in een adequate verhoorruimte valt nog te bezien. Uit de antwoorden van de minister blijkt dat nog niet alle verhoorruimtes geschikt zijn voor een verhoor waarbij een raadsman aanwezig is. Van der Steur laat weten dat volgens de planning in het eerste kwartaal van 2016 duidelijk zal zijn hoeveel verhoorruimtes nog aangepast moeten worden.
Nathalie Gloudemans-Voogd