Leuke casus ‘omgaan met de wederpartij’. En: hoe een paar aanhalingstekens het verschil kunnen zijn tussen onnodig grievend en gewoon bot.
Het draaide allemaal om de ondercuratelestelling van mevrouw V. Twee blóedverwanten van mevrouw V waren tot curatoren benoemd. Twee áánverwanten waren het daar niet mee eens, en stapten naar mr. X.
De advocaat van de curatoren wil mr. X de stukken niet geven, omdat volgens haar aanverwanten geen belanghebbenden zijn. Mr. X begint een kort geding, maar vertelt de rechter niet waarom de wederpartij afgifte weigerde. Dan legt mr. X zonder overleg een brief over die hij aan zijn collega had gestuurd. Vervolgens schrijft mr. X een brief aan de curatoren zelf, CC aan hun advocaat. Dan stuurt mr. X de rechter een brief die hij pas de volgende dag in kopie aan zijn collega zendt. Om ten slotte bij de kantonrechter te klagen over de curatoren, omdat mevrouw ‘zeer recent en geheel onverwacht was “ontvoerd”, onder het mom van elders even een kop koffie drinken’. Het betrof hier een verhuizing van een tehuis in Wassenaar naar een aanleuningwoning in Breda.
Waar ging mr. X wel en niet de fout in?
Standpunt van de wederpartij niet aan de rechter meegedeeld: onzorgvuldig want in strijd met algemeen aanvaard beginsel van Nederlands procesrecht;
Confraternele correspondentie overgelegd zonder voorafgaand overleg: strijd met gedragsregel 12;
Rechtstreekse brief aan wederpartij: mag niet van gedragsregel 18, maar hier van onvoldoende gewicht – de curatoren hadden zelf gezegd dat mr. X zich voor bezoekafspraken schriftelijk tot hen moest wenden;
Brief aan rechter niet tegelijk naar wederpartij: strijd met regel 15;
Spreken van ‘ontvoering’: niet onnodig grievend omdat mr. X dat twee keer tussen aanhalingstekens had gezet. Dat duidde op beeldspraak, en op het weergeven van het standpunt van de cliënten.
Mr. X kreeg van de Haagse tuchtrechter een waarschuwing, maar ging in appel.
Trudeke Sillevis Smitt