Advocaten die werken met lead generatoren kunnen, als zij daarbij het provisieverbod overtreden, tuchtrechtelijke maatregelen verwachten, kondigden de dekens vorige week aan. Voorzitter van het dekenberaad Emilie van Empel: ‘Dit zijn onze regels, maar ze zijn niet in gewapend beton gegoten’.

De aankondiging dat dekens tuchtrechtelijk gaan optreden tegen advocaten die zich inlaten met leadsites zorgde voor de nodige commotie deze week. Dat verbaast voorzitter van het dekenberaad en deken van Breda-Middelburg Emilie van Empel enigszins. ‘We kijken al jaren naar de ontwikkelingen met websites die leads leveren aan advocaten. Bij kantoorbezoeken vragen we advocaten altijd hoe ze cliënten verwerven. Ook doen we hier al langer onderzoek naar. Het is ook niet alleen reactief: in 2012 hebben al twee dekens een ronde door het land gemaakt langs verschillende beheerders en ook daarna zijn van tijd tot tijd de websites bekeken door de dekens. Maar omdat we nu zien dat er meer initiatieven komen en we er vragen over krijgen, hebben we deze mededeling uitgestuurd,’ zegt Van Empel.

Het is advocaten niet geoorloofd een beloning of provisie toe te kennen of te ontvangen voor het aanbrengen van opdrachten, luidt het provisieverbod van gedragsregel 2 lid 2. De achtergrond van dit verbod ligt in de onafhankelijkheid. Maar hoe zou betalen voor een lead je onafhankelijkheid als advocaat kunnen schaden? ‘Die vraag is in zijn algemeenheid niet aan mij om te beantwoorden,’ zegt Van Empel. ‘Dat was het uitgangspunt toen het verbod tot stand kwam. Het hangt er vanaf of werken met een derde je onafhankelijkheid schaadt. Kernvraag is: betaal je voor een concrete zaak? Dat mag niet. Dat zijn onze regels en die hebben de dekens niet gemaakt; wij toetsen alleen. Maar de gedragsregels zijn niet in gewapend beton gegoten natuurlijk. Als er een wens is om dat verbod te herroepen of anders te verwoorden is een bredere discussie onder advocaten nodig. Dat kan bijvoorbeeld via het Innovatieplatform van de NOvA of via de commissie herziening gedragsregels die binnenkort weer start.’

Dat deze discussie nu opspeelt noemt Van Empel ‘curieus’. ‘In het verleden was er nooit discussie over het provisieverbod. In feite is er niks veranderd: ik zie niet wat internet er anders aan maakt. Er is geen fundamenteel verschil met vroeger.’ Wel ziet Van Empel een ander probleem met websites waar potentiële cliënten zaken aanbrengen. ‘We hebben bij twee sites gezien dat de veiligheid tekortschoot en we hebben nu de wet datalekken. Veiligheid is natuurlijk de verantwoordelijkheid van de websitebeheerder maar in het kader van de geheimhouding is er een verplichting van de advocaat. En of de website zorgvuldig met vertrouwelijke gegevens omgaat is voor advocaten moeilijk na te gaan. Misschien kunnen die websites dat ook onvoldoende waarborgen.’

Een lijst met welke initiatieven wel of niet zijn toegestaan kan Van Empel niet geven. ‘Het is allemaal casuïstiek. Bovendien: het kan volgende week weer anders zijn. Advocaten kunnen zich gewoon wenden tot het ordebureau, hun deken een mail sturen en dan gaan we het toetsen.’ Advocaten die eerder een initiatief hebben voorgelegd en te horen hebben gekregen dat er geen bezwaar is, kunnen vooralsnog de samenwerking voortzetten. ‘Ik vind het verstandig als advocaten zoeken naar cliënten en ik begrijp volkomen dat bepaalde websites interessant voor hen zijn. Ik zie bijvoorbeeld dat kleinere kantoren graag gebruik willen maken van leadsites. Maar juist zij kunnen zo de dupe zijn als blijkt dat de derde andere belangen heeft, dan kan het hen nog meer kosten. Niet alleen in tuchtrechtelijke zin: dan zijn zij min of meer verbonden aan degene die hen de lead geeft. Dat kan hun onafhankelijkheid aantasten.’

Nathalie Gloudemans-Voogd

Advertentie