Een vergoeding van anderhalf of drie punten voor bijstand van verdachten tijdens politieverhoor kan advocaten voor een ‘duivels dilemma’ stellen. Dat geluid komt naar voren tijdens een bijeenkomst voor strafrechtadvocaten op 5 februari in het Haagse Paleis van Justitie.
‘Of we verlenen rechtsbijstand voor een waardeloze vergoeding, of we stoppen met het piket,’ omschrijft advocaat Marten Groen (In ’t Veen Advocaten, Waddinxveen) een van de problemen waar strafrechtadvocaten vanaf 1 maart voor komen te staan. In de zaal van het Haagse Paleis van Justitie, waar zo’n honderd strafrechtadvocaten aanwezig zijn, klinkt hard geklap.
De uitspraak van de Hoge Raad op 22 december 2015 is een doorbraak voor de rechtspositie van verdachten. Zij moeten vanaf 1 maart worden gewezen op hun recht op bijstand van een advocaat tijdens politieverhoor. Maar hoe gaat dit er in de praktijk uitzien? Daarover bestaan nog veel onduidelijkheden. Daarom houdt de Haagse raad van de orde van advocaten een discussieavond voor strafrechtadvocaten. Woordvoerders van het Openbaar Ministerie zijn ook aanwezig.
De vergoeding voor advocaten is het meest besproken probleem tijdens de discussieavond. Dat minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie, VVD) de eerder aangekondigde vergoeding van een of twee punten heeft verhoogd naar anderhalf of drie punten (een punt staat voor 105,61 euro) is voor de aanwezige advocaten een druppel op de gloeiende plaat. ‘De vergoeding is ongeacht het aantal verhoren en de duur ervan. De bijstand tijdens politieverhoor kan de hele dag duren. Misschien ben je er wel twee of drie dagen mee bezig. Ik zie niet hoe je dit in de praktijk werkbaar moet krijgen,’ zegt een strafrechtadvocaat vanuit de zaal.
‘We hebben advocatenbloed door onze aderen stromen, we willen onze cliënten bijstaan, maar er zijn wel grenzen,’ zegt strafrechtadvocaat Groen. Hij wijst erop dat advocaten, die hun kantoor draaiende moeten houden, bij zichzelf te rade moeten gaan of ze cliënten wel kunnen bijstaan voor deze vergoeding.
Hendrik Sytema, portefeuillehouder strafrecht van de Haagse raad van de orde van advocaten, die de bijeenkomst leidt, noemt ook het risico dat advocaten geen piketdiensten meer zullen gaan doen. ‘De orde is al heel hard op de deur van het ministerie aan het kloppen. Maar het is bonzen op een looien deur. Het ministerie houdt de hand op de knip.’
De vraag of het tuchtrechtelijk verwijtbaar is als advocaten in het kader van een piketbeurt afzien van verhoorbijstand, komt naar voren. De Haagse deken David de Knijff staat op: ‘Het is nieuw terrein. Het komt in de praktijk natuurlijk wel vaker voor dat de wet voorziet in een mogelijkheid of rechtsmiddel, maar dat het naar het oordeel van de advocaat niet nodig of nuttig is om daar ten volle gebruik van te maken. Als de cliënt niettemin staat op verhoorbijstand, kom je als advocaat wel voor een duivels dilemma te staan. We zullen steeds oog houden voor de omstandigheden van het geval. Niemand kan tot het onmogelijke gehouden worden.’
Behalve de financiering van de rechtsbijstand tijdens verhoor, komen andere praktische vragen naar voren. Lisan Wösten, woordvoerder van het Openbaar Ministerie, wijst erop dat de verhoorruimten moeten worden aangepast. Over de vraag welke rol de advocaat precies zal vervullen tijdens het verhoor, bestaat onduidelijkheid. Wösten verwijst naar het ontwerpbesluit van het ministerie van Veiligheid en Justitie waarin staat dat advocaten van tevoren en na afloop van het verhoor vragen mogen stellen. Volgens de Nederlandse orde van advocaten (NovA) is dat een te nauwe uitleg van de Europese richtlijn waarop de Hoge Raad het recht op een advocaat tijdens politieverhoor heeft gebaseerd. ‘In de richtlijn staat dat een advocaat actief mag deelnemen aan het verhoor,’ zegt beleidsadviseur Esther van den Bosch. ‘De advocaat is dus geen toeschouwer maar hij of zij moet tijdens het verhoor daadwerkelijk rechtsbijstand kunnen verlenen. Uiteraard geldt hierbij dat de verhorend ambtenaar de regie binnen de verhoorkamer behoudt.’
Vrijdag 12 februari heeft de NovA een leidraad politieverhoor en een best practice raadsman bij politieverhoor met de interpretatie van de Europese richtlijn gepubliceerd.
Sabine Droogleever Fortuyn