Het moet duurzamer. Maar bij een door het ministerie van Veiligheid & Justitie georganiseerde bijeenkomst over de herziening van de rechtsbijstand was er geen ruimte voor de conclusies van de NOvA-commissie Duurzaam stelsel.
‘Het liep anders dan we hadden verwacht en gehoopt,’ zegt Barkhuysen, die de commissie Duurzaam stelsel voorzat. Barkhuysen en de NOvA waren uitgenodigd voor een werkconferentie bij het ministerie. De meest betrokken partijen bij de gefinancierde rechtsbijstand zouden daar met elkaar in discussie gaan over ‘gezamenlijke uitgangspunten voor toekomstbestendig stelsel’. De Stibbe-advocaat en hoogleraar staats- en bestuursrecht hoopte op een inhoudelijke gedachtewisseling, waarbij er ook ruimte zou zijn voor een ‘ander geluid’. Maar, zegt Barkhuysen: ‘De toon en richting was niet open. De rapporten Wolfsen en Duurzaam stelsel werden ook niet naast elkaar gelegd.’ De Eerste Kamer eiste begin 2015 een onderzoek naar de oorzaak van de kostenstijgingen in de gesubsidieerde rechtsbijstand; oud-burgemeester, -Kamerlid en -rechter Aleid Wolfsen zat die door de staatssecretaris ingestelde onderzoekscommissie voor. ‘De bijeenkomst leek er echter vooral op gericht om zo snel mogelijk draagvlak voor de ideeën van Wolfsen te krijgen,’ meent Barkhuysen.
‘De sfeer was ook een beetje: de advocatuur is niet te vertrouwen,’ vertelt Barkhuysen over de werkconferentie. Discussiepunt was onder meer waar de beslissing over de toevoegwaardigheid van een zaak neergelegd moet worden en waar het kwaliteitstoezicht. De commissie Duurzaam stelsel pleit voor de advocatuur naar voorbeeld van de High Trust-samenwerking met de Raad voor rechtsbijstand. ‘Maar advocaten hebben een eigen belang en daarom zou dit niet kunnen, was de tendens bij de bijeenkomst,’ zegt Barkhuysen. ‘Het alternatief zou zijn om alles weer neer te leggen bij de Raad voor rechtsbijstand. Maar die moet dan ineens over honderdduizenden toevoegingen per jaar gaan beslissen en in dossiers gaan kijken. Dat is principieel en praktisch verwerpelijk. Ook bij de raad zelf proef ik daar huiver voor.’
Barkhuysen meent dat er meer tijd nodig is: ‘We hadden veel langer bij verschillende punten stil moeten staan. Dat moeten we nog steeds doen. Begin nou eens stapje voor stapje, verken alle argumenten en ga ook voor elk idee eerst na wat het mogelijke effect is voor het te omarmen.’ Het ministerie zou niet te snel richting conclusies moeten rennen volgens Barkhuysen. ‘Daar is de gefinancierde rechtsbijstand te belangrijk voor.’
Nathalie Gloudemans-Voogd