Een argeloze advocaat die financiële zaken voor zijn cliënt gaat regelen, staat zó tot zijn enkels in de Wwft-ellende. En de minder argeloze, die zelf betrokken is bij de zaakjes van zijn cliënt, reikt het met enige pech spoedig tot aan de nek.
Een mr. X in Haagse contreien sloot een escrow-overeenkomst: klinkt chique, maar het betekende gewoon dat een ‘kantoorcliënt’ hem belastte met beheren van het geldverkeer tussen die cliënt zelf, diens opdrachtgever en een aannemer. Als de opdrachtgever geld stortte op de derdenrekening, moest mr. X volgens een vaste verdeelsleutel uitbetalen aan cliënt en aannemer. Aldus geschiedde, tot de opdrachtgever op een dag zei: betaal nu die 120.000 euro maar volledig door aan je cliënt. En de cliënt zei dat dat klopte. Mr. X deed niet moeilijk.
Toen die opdrachtgever later onderwerp werd van strafrechtelijk onderzoek, stond de Unit Financieel Toezicht Advocatuur bij mr. X op de stoep. En dat leidde tot een dekenklacht.
De Haagse tuchtrechter vond, met de deken, dat mr. X cliëntenonderzoek had moeten doen en die gekke afwijkende transactie had moeten melden (artikelen 3 en 16 Wwft). Maar het verwijt van de deken dat mr. X ook had moeten zorgen voor voldoende Wwft-opleiding van de advocaten op zijn kantoor (artikel 35 Wwft) haalde het niet. Daar was niet mr. X als compagnon, maar het kantoor voor verantwoordelijk.
Intussen had mr. X maatregelen genomen om herhaling te voorkomen en afscheid genomen van de ‘kantoorcliënt’. Daarom kwam hij weg met een waarschuwing.
In een andere Wwft-zaak kreeg een Amsterdamse mr. X onlangs voorwaardelijke schorsing van twee maanden. Hij had een onroerendgoed-cliënt aan wie al een Bibob-luchtje hing, en ging met zijn cliënt in zaken, om vervolgens als tussenschakel in een ABC-transactie te fungeren. Het pandje werd beneden de prijs verkocht aan een koffieshophoudster.
Tja, als je er deel van uitmaakt, ga je natuurlijk niet melden. Niet alleen een Wwft-misser, maar mr. X had ook zijn onafhankelijkheid in gevaar gebracht. En daarmee haalde hij met zijn echtgenote het Parool.
In de Haagse zaak loopt inmiddels appel, de beroepstermijn in de Amsterdamse zaak is nog niet verstreken.
Trudeke Sillevis Smitt