Strafrechtadvocaten verzetten zich tegen de manier waarop het ministerie van Veiligheid en Justitie van plan is uitvoering te geven aan het recht op een advocaat tijdens politieverhoor. Over de hoogte van de vergoeding en de rol van advocaten tijdens verhoor spannen ze een kort geding aan.
‘We hebben lang gevochten voor het recht van verdachten op bijstand tijdens politieverhoor,’ zegt Thomas Felix, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Jonge strafrechtadvocaten (NVJSA). ‘Nu willen we er ook alles aan doen om ervoor te zorgen dat verdachten er in de praktijk ook daadwerkelijk een beroep op kunnen doen.’ Samen met de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) spant de NVJSA een kort geding aan tegen de staat.
Per 1 maart moeten verdachten worden gewezen op hun recht op een advocaat tijdens verhoor. De NVSA en de NVJSA maken zich grote zorgen over de praktische uitvoerbaarheid van dat recht. In het ontwerpbesluit legt de minister volgens de verenigingen de rechten die voortvloeien uit de Europese jurisprudentie en regelgeving te nauw uit. Advocaten zouden volgens het ontwerpbesluit alleen voorafgaand en na het verhoor iets mogen zeggen. ‘In de Europese regelgeving en rechtspraak is echter bepaald dat advocaten actief moeten kunnen deelnemen tijdens verhoor. Met het kort geding willen we afdwingen dat advocaten tijdens verhoor ook daadwerkelijk rechtsbijstand kunnen verlenen aan cliënten.’
Ook tegen de vergoeding van 1,5 of 3 punten (een punt staat voor 105,61 euro) komen de NVSA en de NVJSA met het kort geding in opstand. ‘Bedrijfseconomisch onverantwoord’, noemen de verenigingen deze vergoeding. ‘De minister gaat ervan uit dat de vergoeding van 1,5 uur werk (158,41 euro) voldoende is, ongeacht de duur en het aantal verhoren die in een zaak plaatsvinden. Slechts in zeer zware en uitzonderlijke zaken wordt die vergoeding verdubbeld. De minister baseert zijn inschatting echter niet op concrete cijfers, terwijl die eenvoudig kunnen worden achterhaald. In veel zaken vinden meerdere verhoren plaats. In grote zaken zijn meerdere verhoren van vier uur of langer geen uitzondering.’
De verenigingen vrezen dat veel gespecialiseerde strafrechtadvocaten tegen deze vergoeding geen rechtsbijstand kunnen verlenen. Met het kort geding willen de NVSA en de NVJSA een redelijke vergoeding afdwingen. De NVSA en de NVJSA pleiten voor een uurtarief van 105,61 euro, het algemene uurtarief voor de gefinancierde rechtsbijstand. Felix: ‘Zonder deze vergoeding kan rechtsbijstand van gespecialiseerde strafrechtadvocaten op lange termijn niet worden gewaarborgd.’
Sabine Droogleever Fortuyn