De inlichtingendiensten AIVD en MIVD hoeven geen systeem van nummerherkenning in te voeren om te voorkomen dat ze gesprekken van advocaten aftappen. Een motie van Kamerlid Linda Voortman van GroenLinks voor nummerherkenning haalde dinsdag geen meerderheid in de Tweede Kamer.
De nationale politie en de Dienst Justitiële inrichtingen stoppen al met het aftappen zodra een bekend nummer van een advocaat onder de knop zit. Als de inlichtingendiensten deze werkwijze zouden overnemen, dan wordt voorkomen dat ze gesprekken tussen advocaten en hun cliënten nog afluisteren, meende Voortman. De advocatuur pleit er al langer voor.
De motie van Groen Links werd dinsdag niet gesteund door de regeringspartijen VVD of PvdA, zodat er geen meerderheid voor was. Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA) keerde zich vorige week al tegen een systeem van nummerherkenning voor inlichtingendiensten.
Ook de moties van Groen Links en D66 voor een onafhankelijker toezicht op het tapgedrag van AIVD en MIVD werden dinsdag verworpen. In de toetsingscommissie die achteraf controleert of het afluisteren van advocaten wel gerechtvaardigd was, zit onder meer de voorzitter van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). Hij beslist ook vooraf of een tap op een advocaat geplaatst mag worden.
Volgens Groen Links en D66 was deze constructie met ‘dubbele petten’ onwenselijk. Ze wilden dat uitsluitend rechters het tapgedrag van de AIVD en de MIVD achteraf beoordelen, maar dat voorstel haalde dus geen meerderheid.
Vorig jaar bepaalde de rechter in twee instanties dat de AIVD buiten haar boekje was gegaan bij het aftappen van het kantoor Prakken d’Oliviera. Minister Plasterk kwam daarop met een tijdelijke regeling, die het afluisteren van advocaten toch mogelijk maakt. De Tweede Kamer wil nu wel dat er snel duidelijkheid komt over een permanente, wettelijke regeling. De tijdelijke regeling van Plasterk is ‘suboptimaal’, meent de Kamer.
Maarten Bakker