De Staat heeft geen betrouwbare gegevens over hoe lang verhoren duren, maar blijft volhouden dat de huidige vergoeding adequaat is. Dat bleek donderdag 17 maart tijdens het kort geding dat strafrechtverenigingen NVSA en NVJSA aanspanden.

Dinsdagavond produceerde het ministerie van Veiligheid en Justitie cijfers waaruit verhoorduur zou blijken. ‘Maar ze gebruikten alleen de zogeheten BVH-zaken. Dat zijn de bekenende winkeldieven die op heterdaad betrapt zijn,’ zegt NVJSA-bestuurslid Eric Steller.

Ook had het ministerie gekeken naar videoverhoren. Daarbij werden verhoren die langer dan zes uur duren uitgesloten, maar verhoren die één minuut duren niet, vertelt Steller. ‘Met het geven van de cautie en de administratie ben je al anderhalve minuut bezig, dus dat klopt niet,’ zegt Steller. ‘Het is schokkend dat de landsadvocaat met vertekende cijfers komt,’ vindt NVJSA-voorzitter Thomas Felix, in persoon ook een van de eisers in de procedure.

De NVSA en NVJSA hebben zelf onderzoek gedaan naar de duur van verhoren bleek uit de dagvaarding. Leden keken naar de duur van de verhoren in drie tot vijf zaken uit hun eigen praktijk. Uit de steekproef van 375 dossiers bleek dat er gemiddeld 3,25 verhoren per zaak zijn en dat de politie gemiddeld zeven uur per zaak verdachten verhoort. Een gemiddeld verhoor duurt volgens de verenigingen dus 2,2 uur.

Daarin is extra verhoortijd en andere werkzaamheden die bij verhoorbijstand horen, zoals interrupties, nakijktijd van het proces-verbaal en overleg met de cliënt, die per verhoor een uur zouden duren, niet meegenomen. Een schatting van de werkzaamheden tijdens verhoorbijstand is van 10,4 uur is dan eerder reëel, menen de strafpleiters. Waar de strafrechtverenigingen betoogden dat het uitgangspunt achter de vergoeding een punt per uur is, houdt de Staat vol dat het forfaitaire stelsel de uitgangspositie voor vergoedingen is.

De landsadvocaat herhaalde dat de Staat geen betrouwbare gegevens heeft, maar dat het uitgangspunt van 1,5 tot 3 punten voor verhoorbijstand nog steeds redelijk is. Eind mei zouden de resultaten van een nieuw onderzoek naar verhoorduur volgen.

De uitspraak volgt op 31 maart volgt om 10.00. ‘Het zou me niet verbazen als de Voorzieningenrechter prejudiciële vragen gaat stellen aan de Hoge Raad,’ zegt Steller.

Nathalie Gloudemans-Voogd

Advertentie