De Staat handelt niet onrechtmatig door anderhalf tot drie punten toe te kennen voor verhoorbijstand. Over de rol van advocaten tijdens het verhoor stelt de kortgedingrechter prejudiciële vragen aan de Hoge Raad. Dat blijkt uit de uitspraak van de voorzieningenrechter vandaag in de zaak die strafrechtverenigingen NVSA en NVJSA aanspanden.

De Staat handelt niet onrechtmatig, omdat er op dit moment geen voldoende betrouwbare onderzoeksgegevens beschikbaar zijn, de Staat heeft aangesloten bij de vergoeding van verhoorbijstand aan minderjarigen (die niet tot problemen hebben geleid) en de Staat nu onderzoek doet naar de werkelijke tijdsbesteding van advocaten aan verhoorbijstand. ‘Dit kan wellicht anders worden als de Staat niet bereid is redelijke gevolgen te verbinden aan de onderzoeksresultaten zodra die bekend zijn,’ overweegt de voorzieningenrechter.

Thomas Felix, voorzitter van de NVJSA en in persoon een van de partijen, noemt de uitspraak op dit punt ‘teleurstellend’. ‘Dan vraag je van advocaten dat ze een fors verliesgevende dienst verlenen. Op dit punt overwegen we hoger beroep in te stellen.’ Felix heeft weinig vertrouwen in het onderzoek van de Staat. ‘Dat onderzoek is zeer beperkt. De Staat kijkt alleen naar verhoren in de piketfase, terwijl ook na de piketfase, in de toevoegingsfase, nog verhoren plaatsvinden. Dat zal vooral in de zaken zijn waarin veel of lange verhoren plaatsvinden. Wij vinden dit niet een representatief onderzoek.’

Een tweede punt van geschil is de rol van advocaten tijdens het verhoor. De NVSA en NVJSA kwamen op tegen de beleidsregel van het OM waarin ruimte was een beperkte bijdrage van advocaten tijdens de verhoren. Hieronder stelt de voorzieningenrechter nu prejudiciële vragen aan de Hoge Raad. ‘Dat is zeker positief,’ zegt Felix. ‘De kortgedingrechter stelt dus vraagtekens bij wijze waarop de minister het recht op verhoorbijstand nu heeft ingevuld. Het is goed dat de hoogste rechter hiernaar kijkt. Die zal rekening moeten houden met de Europese rechter en die is daar glashelder over.’

De verenigingen verwachten volgende week bekend te maken of zij in hoger beroep gaan tegen dit vonnis.

Nathalie Gloudemans-Voogd

Advertentie