De bestuursrechter zal asielbesluiten voortaan indringender toetsen. Dat blijkt uit een aantal uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak op 13 april. De Afdeling geeft daarin uitleg aan een regel uit de Europese Procedurerichtlijn over de manier waarop de bestuursrechter standpunten over de geloofwaardigheid van asielrelazen in een besluit van de staatssecretaris moet toetsen.
‘Als gevolg van de Procedurerichtlijn wordt de bestuursrechterlijke toetsing van de inschatting van de geloofwaardigheid van het asielrelaas intensiever dan tot nu toe gebruikelijk was,’ laat de Raad van State weten. Wel blijft het zo dat de bestuursrechter nooit zelfstandig het asielrelaas beoordeelt; het besluit van de staatssecretaris blijft het uitgangspunt voor de toetsing.
De Afdeling bestuursrechtspraak toetst indringend als de rechter op basis van het besluit net zo goed als de staatssecretaris kan beoordelen of de vreemdeling geloofwaardig is of niet. Dat zal bij de meeste aspecten van het asielrelaas zijn. Maar als de vreemdeling geen bewijs levert en alleen zelf vertelt over wat hem is overkomen, heeft de staatssecretaris beslissingsruimte om in te schatten of de vreemdeling moet worden geloofd of niet. In die gevallen mag de bestuursrechter niet zijn eigen inschatting in de plaats stellen van de inschatting van de geloofwaardigheid door de staatssecretaris.
Deze toetsingwijze voor de bestuursrechter legt de Afdeling bestuursrechtspraak uit in 201507952/1 en 201506502/1. In de uitspraken met zaaknummers 201601482/1, 201600227/1 en 201601595/1 past de Afdeling de nieuwe toetsingswijze meteen toe.
Nathalie Gloudemans-Voogd