‘Uitermate kwalijk’ en ‘zorgwekkend’ vinden advocaten de vergaande bevoegdheden die voortvloeien uit het wetsvoorstel voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten om burgers ongericht af te tappen. ‘Het kabinet vraagt blijkbaar om een zaak om de rechten van burgers zeker te stellen.’
Uit het wetsvoorstel voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) blijkt dat het kabinet de plannen voor het op grote schaal aftappen van internetverkeer volledig voortzet. Dat nieuws bracht de Volkskrant afgelopen vrijdag 29 april. Volgens de nieuwe Wiv mogen diensten per onderzoek tot een jaar lang ongericht tappen. Eerdere plannen voor het ongericht tappen, in het concept wetsvoorstel van de Wiv van vorig jaar zomer, stuitten op veel kritiek.
‘De nieuwe Wiv zou juist de bescherming van de burger tegen de inzet van die bevoegdheden beter moeten verankeren,’ zegt Channa Samkalden. Samen met de andere advocaten van Prakken d’Oliveira en de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten spande ze vorig jaar een kort geding aan tegen de staat. Olivier van Hardenbroek sloot zich als advcocaat van de Raad van Europese Balies bij deze zaak aan. Met deze zaak hebben de advocaten bewerkstelligd dat tegen advocaten geen bevoegdheden meer mogen worden ingezet zonder onafhankelijke toets. Die toets is ook verankerd in de nieuwe Wiv. De Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB), bestaande uit rechters, zal vooraf toetsen of bijvoorbeeld het direct tappen van telefoongesprekken of hacken van computers van advocaten is toegestaan.
Voor het tappen van cliënten geldt straks een rechterlijke toets achteraf. De rechterlijke toets achteraf geldt ook voor nieuwe bevoegdheden waarbij de inlichtingendiensten kabelgebonden verkeer grootschalig en ongericht mogen tappen. Gezien de bulk aan informatie die de inlichtingendiensten daarmee van plan zijn te verzamelen, vraagt de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) zich af hoe de rechterlijke toets er in de praktijk uit komt te zien. Dat punt brengt de NOvA in het verdere wetgevingstraject in ieder geval onder de aandacht.
De privégegevens van burgers zijn een stuk minder veilig in het huidige wetsvoorstel voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. ‘Het kabinet vraagt blijkbaar om nog zo’n zaak om de rechten van burgers zeker te stellen,’ zegt Samkalden.
Ook Van Hardenbroek vindt de uitholling van de privacy van burgers een zorgelijke ontwikkeling. ‘Het recht op vrije en ongehinderde communicatie ligt duidelijk al langer onder vuur. Dit wetsvoorstel voorziet in een verdere inperking van dat fundamentele recht.’
Van Hardenbroek wijst in dit verband op het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) dat donderdag 28 april aan het kabinet is overhandigd. Volgens het WRR-rapport biedt de verzameling en analyse van big data niet alleen kansen, maar vormt het ook een bedreiging voor de democratische samenleving. Van Hardenbroek: ‘Het WRR-rapport over de analyse en gebruik van big data in een vrije en veilige samenleving verdient dan ook serieus te worden genomen.’
Sabine Droogleever Fortuyn