Asielzoekers op Lesbos hebben recht op bijstand van een advocaat, maar advocaten zijn in de kampen niet te vinden. Wil Eikelboom reisde daags na de Turkije-deal af naar het eiland om te kijken hoe hij rechtsbijstand kan verlenen. Voor het Advocatenblad hield hij een dagboek bij.
DOOR / WIL EIKELBOOM BEELD / WIL EIKELBOOM
19 maart
Ik lees de persverklaring over de Turkije-deal met verbazing. Iedereen krijgt een individuele asielbeoordeling, maar ook: iedereen moet terug naar Turkije. Dat gaat natuurlijk niet samen. En: een asielprocedure in Griekenland? Die ligt al jaren in puin. Is er in advocaten voorzien?
11.29 – ik app naar mijn kantoorgenoot Flip Schüller: ‘Ik denk dat we erheen moeten’.
11.30 – ‘Mee eens, ga zo bellen’.
Flip begrijpt precies wat ik bedoel.
23 maart
Flip en ik zitten in de Transaviavlucht naar Athene. Alle directe vluchten naar Lesbos zijn van de dienstregeling geschrapt. Lesbos is even geen vakantie-eiland meer.
De afgelopen dagen hebben we hard gewerkt om onze verkenningstrip invulling te geven. Flip is lid van het migratierechtcomité van de CCBE, de raad van Europese balies, en heeft het mandaat om uit hoofde daarvan te observeren. Verder hebben we onze contacten bij diverse organisaties aangeschreven.
Inmiddels begint de reis ook aandacht te genereren, nadat mijn tweet of iemand een mobiele printer te leen had, werd opgepikt door Radio 1. VluchtelingenWerk Nederland biedt genereus aan om de printer en onze reis- en verblijfskosten te betalen.
24 maart
Om 8.30 zitten we aan het ontbijt in Mytilini. We praten met Laura Jansen, de Nederlandse zangeres die al zeker een halfjaar op het eiland dag en nacht in touw is voor Movement on the Ground. Ik ken haar van toen ze in Amsterdam actief was voor vluchtelingen.
Laura legt ons geduldig uit wat de situatie is. Welke opvangkampen er zijn, welke organisaties actief zijn, wie wat doet. We maken aantekeningen. Het blijkt dat er eigenlijk niemand actief is als het gaat om juridische bijstand. Dat is niet gek, want tot een week eerder vroeg er niemand asiel aan op Lesbos. Vrijwilligers hielden zich bezig met bootjes veilig aan wal krijgen, en mensen goed opvangen totdat ze doorreisden. Sinds 20 maart is alles anders.
We hebben vervolgens een afspraak met de deken van de Advocatenorde van Lesbos. Belangrijk, want we kunnen en willen niet opereren zonder de Griekse advocaten. De deken blijkt een vriendelijk man die een heel programma voor ons heeft uitgestippeld. Met een aantal lokale advocaten gaan we langs twee opvanglocaties en een aantal hoogwaardigheidsbekleders. Onder meer de commissaris van politie en de commandant voor de Egeïsche Zee maken tijd voor ons. Veel meer dan beleefdheidsbezoekjes zijn het niet, maar het is nuttig om elkaar te kennen.
Moria is een opvangkamp nabij het dorpje met dezelfde naam. Dat kamp wordt gerund door het leger. En dat is te zien. Gebouwd als gesloten opvang is het omringd door twee rijen hoge hekken met prikkeldraad en wachttorens. Voor 20 maart stond de deur er open, vluchtelingen konden in- en uitlopen. Nu is Moria een gevangenis.
Na enige druk van de deken mogen we er naar binnen om met de ‘camp commander’ te spreken. Dat blijkt een jonge vrouw met een neusbel, constateer ik wat verbaasd. Type ‘ngo-werker’. Ze zegt fervent voorstander van de mensenrechten te zijn. Ik hoop dat ze het meent want de situatie in het kamp lijkt daarmee in flgrante strijd. Mensen en (veel) kinderen achter hoge hekken, zonder duidelijke rechtsbasis.
Als we naar de uitgang lopen, horen we ineens een luid kabaal. Voor de poort is een demonstratie begonnen tegen het opsluiten van vluchtelingen. Achter ons zwelt ook geluid aan: de gedetineerden beantwoorden het protest. We staan er precies tussenin.
Die avond krijgen we een mail van de Amsterdamse orde die aangeeft ons ‘project’ ook financieel te willen steunen. Het sterkt ons in onze missie.
25 maart
We gaan weer naar Moria. Ik wil weten of het mogelijk is om als advocaat binnen te komen met de naam van een cliënt. Tijdens de demonstratie heeft Laura een bord opgehouden met mijn telefoonnummer erop.
Een Engelssprekende Syriër heeft dat gezien en me gebeld om te vragen of ik hem wilde bijstaan. Gewapend met zijn naam en mijn advocatenpas ga ik naar de zwaarbewaakte poort. De bewaker spreekt niet zo goed Engels en weet zich niet zo goed raad met de situatie maar laat me binnen. In de dagen die erop volgen, blijkt dat ik geluk heb gehad: voor veel advocaten na mij bleef de poort gesloten.
Ik loop nu over het terrein van Moria. Overal barakken en groepen mensen in de zon. Hoe vind ik mijn cliënt? Ik heb zijn naam en foto en laat die aan verschillende mensen zien. Iemand biedt zich aan om te vertalen en al gauw word ik omringd door tientallen radeloze mensen.
Ik blijk de eerste advocaat in het kamp te zijn sinds de poort op slot is. De mensen – Syriërs, Afghanen, Koerden, Yeziden, Irakezen – zijn in paniek. Ze willen naar hun gezinnen in Duitsland, Zweden of zelfs Athene. Ze willen asiel aanvragen maar niemand vertelt ze hoe. En intussen zijn ze doodsbang om van hun bed te worden gelicht en op een boot naar Turkije te worden gezet. Kinderen klampen zich aan mijn benen vast.
Ik weet niet goed wat ik kan doen, maar ik besluit in elk geval maar zo veel mogelijk gegevens te registreren. Dat kan nog van pas komen. Ik vertel iedereen dat ik niet weet of en hoe ik ze kan helpen. Maar mijn cliënt heb ik nog niet gevonden. Dan zie ik een luidspreker staan. Een vriendelijke politieagent brengt me naar een kantoortje waar ik hem via de intercom op kan laten roepen. Binnen vijf minuten staat hij naast me.
Die avond hebben we een bijeenkomst in een stampvol zaaltje in een hotel aan de haven van Mytilini. Meer dan honderd ngo-werkers willen van ons horen wat onze bevindingen zijn en wat wij hen kunnen adviseren. Er heerst een enorme honger naar juridische informatie. Tot 20 maart draaide alles om opvang en eten. Nu om procedures. We leggen uit wat we weten aan deze fantastische groep mensen uit de hele wereld, die al jaren doet wat de autoriteiten laten liggen.
Het wordt ons steeds duidelijker dat het regelen van juridische bijstand aan de vluchtelingen op Lesbos waarschijnlijk ook niet aan de autoriteiten kan worden overgelaten. In elk geval niet op korte termijn. We ontmoeten een Duitse collega met min of meer hetzelfde idee. Gezamenlijk broeden we op een plan om dit handen en voeten te geven. Het zal nog
niet makkelijk worden.
26 maart
Ik kijk uit het raampje van het vliegtuig over de spiegelgladde Egeïsche Zee.
Vannacht zijn weer honderden vluchtelingen aangekomen, die meteen zijn opgesloten in Moria. De capaciteit van het centrum is bereikt en zal de dagen erna worden overschreden met voedseltekorten als gevolg.
Wij zijn alweer in Nederland als de eerste boten met migranten naar Turkije varen. Tegelijk neemt de druk toe om een goede procedure te garanderen. Een periode van veel bellen, mailen en vergaderen volgt.
Zonder gegarandeerde toegang tot cliënten en procedures heeft het geen zin.
Ik hoop dat het lukt en ik hoop Lesbos snel terug te zien. De printer staat er alvast in een kantoortje op ons te wachten.
Wil Eikelboom is advocaat bij
Prakken d’Oliveira in Amsterdam.
[Kader] De Turkijedeal
Op 18 maart 2016 sloten de Europese regeringsleiders een akkoord met Turkije over de terugname van alle migranten die vanaf 20 maart vanuit Turkije de oversteek zouden maken naar Griekenland. In ruil daarvoor beloofde de EU om voor elke uit Griekenland teruggestuurde migrant een Syrische vluchteling uit Turkije op te nemen, tot een maximum van 82.000.
Het uitdrukkelijke idee is dat degenen die op eigen kracht naar Griekenland zijn gekomen, en die zijn teruggestuurd, niet in aanmerking komen voor deze hervestiging. Ook komen niet-Syrische vluchtelingen niet in aanmerking voor hervestiging. Een asielzoeker terugsturen naar een ander land dan het eigen land is, onder Europees recht, slechts mogelijk onder een aantal strikte voorwaarden, neergelegd in artikel 38 van de Procedurerichtlijn, onderdeel van de minimumnormen voor asiel die in de gehele EU gelden. Onder juristen is er weinig twijfel dat Turkije vooralsnog niet aan die criteria voldoet. Het is weliswaar partij bij het Vluchtelingenverdrag, maar met de uitdrukkelijke beperking dat alleen Europeanen kunnen worden erkend als vluchteling. Toegang tot de woningmarkt, legaal werk, onderwijs en gezondheidszorg zijn alle problematisch. Bovendien zijn er
gedocumenteerde uitzettingen van (mogelijke) vluchtelingen uit Afghanistan en zelfs Syrië. in strijd met het verbod op refoulement.
Hoewel de tekst van het akkoord uitdrukkelijk stelt dat ‘alle’ migranten die vanuit Turkije in Griekenland aankomen worden teruggestuurd, wordt ook bevestigd dat iedereen de mogelijkheid moet hebben om asiel aan te vragen in Griekenland en om dat besluit (normaal gesproken een niet-ontvankelijkheidsverklaring van de aanvraag) in rechte aan te vechten. De regeringsleiders konden moeilijk anders, want het EU-recht is helder op dit punt, en ook het Vluchtelingenverdrag voorziet hierin. Om die procedures zo snel mogelijk af te kunnen ronden, heeft de EU Griekenland opgedragen om een aantal regels die rechten verlenen boven het absolute minimum van het Unierecht, waaronder de automatische schorsende werking van het beroep, te schrappen.
Het recht om asiel aan te vragen is met een aantal waarborgen omkleed. Zo dienen asielzoekers hierover in een begrijpelijke taal te worden geïnformeerd, dienen ze hun relaas te kunnen doen, met een tolk en hebben zij recht op rechtsbijstand – in beroep zelfs kosteloos.
Op het moment van schrijven waren de asielprocedures nog niet begonnen.