De budgettering van de Rechtspraak wordt deels een politieke keuze en dat laat zich niet verenigen met de checks and balances tussen de drie staatsmachten. Dat schrijft de voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak in zijn jaarbericht bij het jaarverslag.
Er zijn twee weeffouten in de Wet op de rechterlijke organisatie gemaakt, meent Bakker. Ten eerste is de Rechtspraak toen geen Hoog College van Staat geworden, zoals de Eerste en Tweede Kamer en Raad van State bijvoorbeeld wel zijn. De Rechtspraak kreeg een status aparte, maar werd wel ingebracht bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
De Rechtspraak dient nu jaarlijks een eigen, geobjectiveerde begroting in. Maar er moet wel met het ministerie onderhandeld worden over het budget en dan spelen ook ‘politieke beleidsvoorkeuren en de budgettaire situatie van het ministerie van V en J een rol’. Die situatie van onderhandelen en concurrentie met andere beleidsdoelen ‘duwt de Rechtspraak in een positie waarin zij op grond van het wettelijk stelsel eigenlijk niet hoort’, meent Bakker. Hij wijst er nog op dat het geen verwijt is aan de Minister. Maar de financiering van de Rechtspraak wordt nu deels een politieke keuze: ‘Dat laat zich niet verenigen met de checks and balances tussen de drie staatsmachten.’
De tweede weeffout is volgens Bakker dat het financieringssysteem uitsluitend is gebaseerd op lopende zaken en de huidige werkwijze. Maar soms is er meer geld nodig, zoals bij de uitvoering van het programma Kwaliteit en Innovatie (KEI). Die moderniseringsslag is geen luxe operatie, noteert Bakker, maar bittere noodzaak. ‘Wat blijft er over van een bank die geen internetbankieren aanbiedt?’ is de retorische vraag die Bakker stelt. ‘Als we dit in de publieke sector met rechtspraak laten gebeuren is er geen rechtsstaat meer – een onvoorstelbaar scenario.’ Uit de eigen organisatie zijn de extra investeringen niet meer te halen, schrijft Bakker. Er is een nieuwe balans nodig, stelt hij: de financiering van de Rechtspraak moet uit de politieke arena.
Een woordvoerder van het Ministerie van Veiligheid en Justitie laat weten dat de Rechtspraak goed functioneert en voldoende middelen heeft om alle rechtszaken naar behoren af te handelen. ‘Er is tot nu toe nog nooit sprake geweest van een probleem met de financiering van zaken, want alle zaken zijn uiteindelijk gefinancierd door het Ministerie conform de regels van het bekostigingssysteem,’ schrijft de woordvoerder. De Rechtspraak zou ook nog steeds reserves hebben volgens het ministerie. Over de financiering voor de periode 2017-2019 lopen nu weer prijsonderhandelingen. ‘Op de uitkomsten hiervan kan de Minister niet vooruitlopen.’
Nathalie Gloudemans-Voogd