Het voorstel om het Nederlanderschap in te trekken van jihadisten die zich in het buitenland aansluiten bij een terroristische organisatie, gaat ten koste van een goede rechtsbescherming. Daarbij is het in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Dat stelt Florimond Wassenaar, lid van adviescommissie vreemdelingenrecht van de Nederlandse orde van advocaten.

Met het voorstel om het Nederlanderschap in te trekken van jihadisten die zich in het buitenland aansluiten bij een terroristische organisatie, stemde de Tweede Kamer dinsdag 24 mei in. Vreemdelingenrechtadvocaat Florimond Wassenaar ziet er vele bezwaren tegen en noemt het dan ook ‘een draak van een voorstel’.

Het lid van de adviescommissie vreemdelingenrecht van de Nederlandse orde van Advocaten (NOvA) wijst erop dat een vermeende jihadist, die in het buitenland verkeert, zich helemaal niet tegen de intrekking tegen het Nederlanderschap kan verweren. ‘De rechter toetst zonder weerwoord van de persoon zelf of een advocaat. Misschien zijn er wel omstandigheden waardoor het voor de persoon in kwestie helemaal niet mogelijk is om terug te keren naar het land van herkomst.’

Ook noemt Wassenaar het voorstel discriminatoir. Hij benadrukt dat alleen het Nederlanderschap van jihadisten met een dubbele nationaliteit kan worden ingetrokken. ‘Op deze manier benadeel je mensen met een dubbele nationaliteit ten opzichte van mensen met alleen de Nederlandse nationaliteit. Neem bijvoorbeeld mensen van Marokkaanse afkomst. Zij kunnen geen afstand doen van hun nationaliteit. Door deze wetgeving creëer je voor hen een tweederangs Nederlanderschap.’

Sabine Droogleever Fortuyn

Foto: Efrat Zehavi
Sabine Droogleever Fortuyn

Sabine Droogleever Fortuyn

Redacteur

Profile page
Advertentie