Minister Ard van der Steur gaat onderzoeken of zijn ministerie weer opgesplitst moet worden. Dat onderzoek kan hij net zo goed achterwege laten, vindt Martijn Maathuis.

DOOR / Martijn Maathuis

Minister van Veiligheid en Justitie Ard van der Steur zei onlangs in een interview in de Volkskrant het weer opsplitsen van het Ministerie te laten onderzoeken.1 Dit zou dan moeten gebeuren langs de lijnen van het oude Ministerie van Justitie, waar OM en rechterlijke macht zouden achterblijven, terwijl de politie weer bij Binnenlandse Zaken terecht zou komen. Ook buiten het Ministerie gaan daar stemmen voor op. Zo pleitte oud-president van de Hoge Raad Geert Corstens recent voor splitsing tijden het debat over De Staat van de Rechtstaat. Volgens hem zou dat goed zijn voor het herstellen van de balans tussen de macht Veiligheid en de tegenmacht Justitie. De Eerste Kamer nam al eerder een motie aan die oproept tot opsplitsen.

Waarom Van der Steur zijn steun voor een splitsing niet ook gewoon uitspreekt is niet goed te begrijpen. Overtuigende argumenten daarvoor heeft Van der Steur niet.

Van der Steur noemt de regiefunctie van het departement tussen politie, OM en rechterlijke macht, die de samenwerking bevordert. Sweet. Juist op die regiefunctie is sterke kritiek geuit, die bovendien maar blijft aanhouden: struikelend van bonnetjes­affaire naar Maat-­verontschuldigingen, van Van der G. uitglijer naar verwarring over de terroristische broers El Bakraoui (van de FBI of de NYPD?) lijkt enige regie van het departement ver te zoeken. De nieuwe secretaris-generaal Riedstra noemt het ministerie ‘gesloten, niet transparant en angstig’.2 Typisch de kenmerken van een goede regisseur.

In zijn brief van 2 maart jl. aan de Tweede Kamer Veiligheid en Justitie Verandert3 schrijft Van der Steur voorts dat de kernwaarden van het Ministerie zijn: ‘een veiliger Nederland en een rechtvaardig migratie­beleid’. Dit zijn twee onderwerpen, die primair niet liggen op het terrein van Justitie, maar op dat van veiligheid en openbare orde. Waar de focus van Van der Steur op Veiligheid is gericht, is met recht te vrezen dat Justitie het ondergeschoven kind wordt. In de praktijk blijkt dat ook: zo kost het KEI-project vele miljoenen meer dan aanvankelijk ingeschat, en wordt het moment waarop de daarmee voorgestane digitalisering van de rechtspraak eindelijk een feit zal zijn steeds uitgesteld. Wet­gevingstrajecten, zoals de herziening van het Wetboek van Strafvordering en de Faillissementswet, verlopen moeizaam en met grote vertraging of komen überhaupt niet van de grond. Rechters schrijven brandbrieven en klagen over werkdruk en het opheffen van de Centrale Raad van Beroep. Dat betekent overigens niet dat het op het vlak van Veiligheid wel allemaal in kannen en kruiken is: de voortslepende en maar duurder wordende reorganisatie van de Politie is daar een goed voorbeeld van.

Belangrijkste principiële argument voor splitsing is de scheiding der machten zoals al voorgestaan door De Montesquieu: de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende machten moeten onafhankelijk van elkaar zijn, uitdrukkelijk met de bedoeling dat zij elkaar in evenwicht houden en controleren. Door het samenvoegen lopen macht en tegenmacht door elkaar heen, ontbreekt controle en dreigt misbruik.

Geen enkel ander ons omringend land kent een ministerie waar rechtspraak, openbare orde en veiligheid onder één dak zijn samengebracht. Het is alsof het Amerikaanse ­Department of Homeland Security en The Justice Department zouden zijn samengevoegd met de Supreme­ Court. Terwijl de Amerikanen na 9/11 sterk hebben ingezet op ­open­bare orde en veiligheid zou dat ondenkbaar zijn. Ook Frankrijk is in de noodtoestand, die na de aanslagen in Parijs is uitgeroepen, niet zo ver gegaan om deze machten samen te voegen.

Na opsplitsing zouden de crime­fighters ouderwets en zonder reserve kunnen waken voor openbare orde en veiligheid en optreden tegen hen, die dat bedreigen, terwijl de wetgever en de onafhankelijke rechtspraak controleren en tegenwicht geven. Er zijn geen verdere onderzoeken of rapporten van commissies nodig om vast te stellen dat dit beter is. Van der Steur zou zich dan kunnen concentreren op de regie over Veilig­heid, waar zijn hart kennelijk ligt en waar deze hard nodig is. Om in termen van detailhandel te spreken: Van der Steur is maar liever de baas van zijn eigen herenmodezaak dan een filiaal­manager van de V&D.

Martijn Maathuis is advocaat bij Kingfisher Advocaten en lid van de advocatenredactie van het Advocatenblad.

Noten
1. http://www.volkskrant.nl/politiek/-mijn-departement-zal-altijd-geconfronteerd-blijven-met-incidenten~a4265995/.
2. http://www.nrc.nl/next/2016/03/03/hier-zat-een-olifant-van-problemen-1594293.
3. https://www.rijksoverheid.nl/.documenten/kamerstukken/2016/03/02/brief-tweede-kamer-venj-verandert.

Advertentie