Het opleggen van levenslang zonder toetsing is in strijd met artikel 3 EVRM. Dat concludeert Advocaat-Generaal (AG) Ad Machielse van het Parket bij de Hoge Raad in een advies.
Het opleggen van levenslang door het gerechtshof in Den Haag is ontoereikend gemotiveerd gelet op de nieuwste rechtspraak van het Europees Hof van de Rechten van de Mens (EHRM), is de conclusie van Machielse in de zaak over een meervoudige moord. De AG komt hiermee tegemoet aan de uitspraak van het EHRM van vorige maand. Het EHRM gaf Nederland toen een tik op de vingers over de toepassing van de levenslange gevangenisstraf door de levenslange celstraf van James Murray, waarbij meerdere gratieverzoeken werden afgewezen, als een inhumane straf te bestempelen. Pas toen Murray terminaal ziek werd, kreeg hij alsnog gratie. Op 26 november 2014 overleed hij aan de gevolgen van kanker. Volgens het Hof is de levenslange celstraf van Murray een inhumane straf gebleken, mede als gevolg van een gebrek aan psychische begeleiding.
Machielse concludeert in zijn advies dat een stelsel, waarin de levenslang gestrafte niet kan hopen op een herbeoordeling en reductie van die straf als aan bepaalde voorwaarden is voldaan, botst met artikel 3 EVRM. Dat valt af te leiden uit de rechtspraak van het EHRM van de afgelopen jaren. ‘De enkele mogelijkheid van gratie bij terminale ziekte of volkomen aftakeling is in de ogen van het EHRM onvoldoende. Ook de levenslang gestrafte moet zich kunnen rehabiliteren.’ Volgens de AG moet het voor de veroordeelde duidelijk zijn aan welke voorwaarden hij moet voldoen wil hem te zijner tijd een reductie van zijn straf worden gegund.
Francisca Mebius