Sancties die bedoeld zijn om de overheid in toom te houden worden steeds meer een wassen neus. Dat stellen advocaten Peter Plasman, Gerard Spong en Inez Weski in een interview met HP/De Tijd.
Plasman noemt als voorbeeld de politie die ergens op een oneigenlijke manier naar binnen gaat en daar een man aantreft met negen kilo coke. ‘Dan is mijn verweer dat er helemaal geen verdenking was op basis waarvan ze überhaupt die woning in mochten, maar dat haalt tegenwoordig niets meer uit.’ Het grote probleem dat hier volgens Plasman achter schuilgaat, is dat deze regels er niet voor niks zijn. ‘Je houdt de opsporing en vervolging scherp door sancties als het fout gaat. Maar de lui die op deze manier negen kilo coke vinden, wordt helemaal geen sanctie opgelegd. Die krijgen een schouderklopje, want dat hebben ze knap gevonden.’
Spong stelt in het interview dat van de advocatuur een messiasrol wordt verwacht bij het redden van de rechtsstaat. ‘Maar wij moeten de rechtsstaat redden met middelen die we niet hebben. Bij voorbaat zijn ons de mogelijkheden om het een en ander aan te tonen uit handen geslagen.’ Hij noemt als ‘stuitend’ voorbeeld het vormverzuim in de KB Lux-zaak dat aanvaard werd. ‘Het werd toegestaan dat bij de Luxemburgse bank gestolen microfiches hier als bewijs dienden. En dan maar roepen dat de overheid en de politie zo integer zijn.’
De drie advocaten maken zich daarnaast zorgen over zogeheten ZSM-aanpak, simpele zaken zo spoedig mogelijk af doen buiten de rechter om. Volgens Plasman gebeurt dat niet alleen bij kleine vergrijpen, maar steeds vaker bij grotere zaken. ‘Dat baart mij grote zorgen omdat hier eigenlijk het systeem van plea bargaining (dat een verdachte strafvermindering aangeboden krijgt in ruil voor een schuldbekentenis) geruisloos wordt ingevoerd. En is er geen goed systeem van rechtsbijstand geregeld, dat zorgt dat goede strafrechtadvocaten de verdachte kunnen adviseren of het wel in zijn belang is om ‘ja’ te zeggen tegen zo’n deal. Plea bargaining zonder goede rechtsbijstand is een gruwel.’ Weski noemt als groot nadeel dat personen nu soms maar schuld bekennen terwijl ze niet schuldig zijn, omdat ze geen goed advies gekregen hebben en het gevoel hebben dat ze met de rug tegen de muur staan. ‘Het lijkt inmiddels wel alsof de overheid als een soort struikrover rondwaart in Nederland.’
Francisca Mebius