Willem Holleeder heeft Cleerdin en Hamer-advocaten Sander Janssen en Robert Malewicz gevraagd hem te verdedigen nadat Stijn Franken in mei de verdediging neerlegde. ‘We hebben al kennis in een deel van deze zaken. Zo kunnen we tegenwicht bieden tegen het OM,’ zegt Malewicz.
Holleeder zag zich genoodzaakt een nieuwe advocaat te vinden nadat Stijn Franken op ‘dringend advies’ van de Amsterdamse deken de verdediging staakte. Door de ‘ongekende omvang’ van het dossier tegen Holleeder, dat voortbouwt op eerdere grote strafzaken, benaderde hij advocaten die al enige kennis van die dossiers hebben. Zo staan Sander Janssen en Robert Malewicz, beiden verbonden aan Cleerdin en Hamer, in het Passageproces Jason R. bij. Malewicz is ook advocaat van Ali N., die werd vrijgesproken van de moord op Willem Endstra. Holleeder wordt in zowel het Passageproces als de Endstra-zaak als verdachte aangemerkt.
‘Er is geen sprake van een tegenstrijdig belang,’ zegt Malewicz. ‘De beschuldigingen aan het adres van Jason R. kloppen niet. Zowel Willem Holleeder als Jason R. zeggen dat er geen afspraken onderling zijn gemaakt. En Ali N. is vrijgesproken van de moord op Endstra en heeft altijd gezegd dat hij er niks mee te maken heeft.’ Volgens Malewicz is het een groot voordeel dat hij en Janssen de zaak samen doen en deze dossiers al kennen, al hebben ze de stukken in eerste instantie gelezen met het oog op hun andere cliënten. ‘Als een nieuwe advocaat deze zaak zou oppakken zou die een tot anderhalf jaar bezig zijn met alleen maar lezen. Dan heb je toch een achterstand op het Openbaar Ministerie. Zo kunnen we tegenwicht bieden.’
Ondanks de voorkennis op een deel van de dossiers verwachten de advocaten dat het nog wel even duurt voordat zij zich voldoende hebben ingelezen in de relevante stukken om de inhoudelijke behandeling van de zaak te doen. Op 23 juni a.s. is eerst een pro forma-zitting in de zaak van Holleeder.
Nathalie Gloudemans-Voogd