Veel sociaal advocaten zeggen te stoppen met hun praktijk als het kabinet geplande bezuinigingen in de gefinancierde rechtsbijstand doorvoert. Dat blijkt uit een enquête van de Nederlandse orde van advocaten onder de eigen leden.
NOvA stuurde circa 7000 advocaten die werkzaam zijn in het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand een vragenlijst. Aanleiding was het plan van het kabinet om de bekostiging van de rechtsbijstand terug te brengen van 2000 naar 900 punten per advocaat. De NOvA is fel gekant tegen deze maatregel. Met de enquête wil de beroepsorganisatie zicht krijgen op de gevolgen van de bezuiniging.
Die gevolgen zijn ingrijpend, zo blijkt uit de resultaten. Van de 1589 respondenten geeft 45% (ruim 700 advocaten) aan te stoppen met de eigen praktijk als de 900-puntengrens wordt ingevoerd. Bijna een kwart geeft aan dat de 900-puntengrens ten koste gaat van de kwaliteit. Een vijfde geeft aan personeel te moeten ontslaan of de activiteiten te verleggen naar andere rechtsgebieden en doelgroepen. Eén advocaat gaf te kennen al op zoek te zijn naar ander werk.
De meeste advocaten verwachten dat het moeilijk wordt naast de gefinancierde rechtspraktijk betalende klanten aan te trekken. Bijna zestig procent zegt daar geen mogelijkheid toe te zien, 22 procent ziet beperkte mogelijkheden. Slechts twaalf procent verwacht geen probleem te hebben om alternatieven te vinden.
In de Tweede Kamer is woendagmiddag een hoorzitting over de gefinancierde rechtsbijstand. De NOvA heeft advocaten opgeroepen daarbij in groten getale aanwezig te zijn.