Het OM legt advocaten niet te veel beperkingen op tijdens het eerste politieverhoor. Dat is de conclusie van de advocaat-generaal bij de Hoge Raad op het verzoek van de voorzieningenrechter om een prejudiciële beslissing in de discussie over verhoorbijstand. 

Het OM hanteert sinds 1 maart nieuwe regels voor verhoorbijstand aan verdachten. Advocaten mogen weliswaar aanwezig zijn bij het eerste verhoor van hun cliënt, maar alleen aan het begin en aan het eind en in drie specifiek omschreven situaties iets zeggen. De NVSA en NVJSA vroegen de rechter in kort geding de Beleidsbrief OM buiten werking te stellen dan wel op te schorten, omdat die in strijd zou zijn met Europese regelgeving en het zogeheten decemberarrest van de Hoge Raad. De Beleidsbrief OM zou niet voorzien in een daadwerkelijke deelname van de raadsman aan het verhoor, betoogden de strafrechtverenigingen.

De voorzieningenrechter sprak zich daar niet over uit, maar stelde prejudiciële vragen aan de Hoge Raad. Advocaat-generaal Bleichrodt schrijft in zijn conclusie dat naar zijn mening het OM het recht op verhoorbijstand niet ontoelaatbaar beperkt. Volgens de AG kan uit het decemberarrest en de rechtspraak van het Europese Hof niet worden afgeleid dat de regels van het OM ‘als zodanig aan een praktische en effectieve uitoefening van het recht op verhoorbijstand tekort doen’; het recht op een eerlijk proces wordt niet geschonden. De regels erkennen het recht op een advocaat bij het verhoor en dat de raadsman ook daadwerkelijk daaraan kan deelnemen, concludeert Bleichrodt.

De conclusie van de advocaat-generaal geldt als een advies aan de Hoge Raad. Die moet zich formeel nog uitspreken over de zaak. De NVSA en NVSJA waren maandag niet bereikbaar voor commentaar.

Advertentie