Het kabinet denkt ongeveer drie miljoen euro te besparen aan gefinancierde rechtsbijstand door de invoering van bijzondere procedures voor asielzoekers. Dat blijkt uit de aanpassingen op het Besluit vergoedingen rechtsbijstand die staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie, VVD) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Het kabinet heeft dit voorjaar het Vreemdelingenbesluit aangepast om in geval van verhoogde instroom asielaanvragen sneller te kunnen afhandelen. Het betreft een tijdelijke maatregel voor bepaalde groepen asielzoekers, die bij voorbeeld uit veilige landen of juist uit oorlogsgebieden komen.
In navolging van het Vreemdelingenbesluit wil Dijkhoff nu ook het Besluit vergoedingen rechtsbijstand aanpassen. Dat heeft gevolgen voor twee procedures, die van de zogeheten voorzienbare inwilliging en die van de versnelde afdoening. In het eerste geval gaat het om mensen uit bij voorbeeld Syrië of Eritrea, waarvan het in de lijn der verwachting ligt dat hun asielaanvraag wordt goedgekeurd. In dat geval kan rechtsbijstand helemaal achterwege blijven, schrijft de staatssecretaris. Hij schat dat het op jaarbasis om 2.750 procedures gaat, hetgeen 1,6 miljoen euro aan rechtsbijstand uitspaart.
Bij versnelde afdoening gaat het om vreemdelingen uit veilige landen of om mensen die via een ander EU-land zijn aangekomen. Bij deze groep ligt het voor de hand dat hun asielaanvraag wordt afgewezen. Omdat de procedure wordt verkort, is ook minder rechtsbijstand nodig. Dijkhoff wil om die reden het aantal toevoegingspunten verlagen tot vier. Uitgaande van 2700 procedures per jaar levert dat een besparing op van ongeveer 1,4 miljoen euro.
De staatssecretaris benadrukt dat het niet om een maatregel gaat ‘om een bezuiniging te realiseren, maar om onnodige kosten te voorkomen’. Hij voegt er aan toe dat zijn berekening van de financiële gevolgen ‘met onzekerheden is omgeven’, aangezien de asielstroom fluctueert.