Mr. X had vijf mensen die voor hem in dossiers werkten; hij was de enige advocaat. Er moet daar op kantoor nu wel paniek zijn: op 3 oktober werd mr. X pats boem geschorst. Artikel 60ab Advocatenwet is weer hot.
In januari ontving Rechtbank Rotterdam per fax een juridisch verkeerd ingestoken verzoek ter voorkoming van een ontruiming. Een begeleidend schrijven ontbrak en het was onduidelijk wie namens de huurster had getekend. In het verzoek stond dat KBR als schuldhulpverlener betrokken was – maar KBR wist van niks. Het verzoek was niet ontvankelijk en mevrouw werd ontruimd.
Het afzendersrandje bovenaan de fax leidde naar mr. X, en de rechtbankpresident tipte de deken. Ook de Raad voor Rechtsbijstand had twijfels over mr. X. Er volgden dossieronderzoeken. De ontruimde mevrouw had niks meer van mr. X vernomen. Sommige dossiers hadden kop noch staart, bij anderen ontbrak de romp. In veel dossiers kwam mr. X zelf niet voor, in sommige was überhaupt geen juridisch werk te vinden.
De Haagse raad van discipline concludeert dat medewerkers van mr. X het leeuwendeel van het werk deden. Twee van hen hadden toegang tot de digitale handtekening van mr. X. Ze hadden het in correspondentie over ‘wij’; dat riep de schijn op van meer advocaten. En waarom telkens een Lichte Advies Toevoeging (LAT) aangevraagd, zelfs bij een verzoekschriftprocedure? Vast omdat je bij zo’n LAT geen urenverantwoording hoeft af te leggen en er nauwelijks controle plaatsvindt: makkelijk snel geld verdienen, gebrek aan financiële integriteit. De raad zegt dat een advocaat de belangen van zijn cliënt zelf moet behartigen en verwijst daarbij naar gedragsregel 38 (al staat het daar toch even anders). Dat anderen de zaken doen is in strijd met een goede praktijkuitoefening, mr. X is verantwoordelijk. En over gemaakte fouten moet hij zijn cliënt informeren.
Mr. X zag niet in dat hij verantwoordelijk was voor het handelen van de anderen, en dat vond de raad heel verontrustend. Dat hij tegen iedereen die hem bekritiseerde klachten indiende hielp ook niet. Het werd een spoedschorsing op grond van artikel 60ab Advocatenwet. De deken moet nu een soort bodemzaak beginnen. En appel kan wel, maar mr. X blijft dan geschorst.
Wie de verschillende schorsingen nog eens in een notendop geserveerd wil krijgen: zie hier.