De rechtbank in Den Haag heeft vrijdag definitief de eis van de NVSA en NVJSA afgewezen om de nieuwe richtlijn voor verhoorbijstand buiten werking te stellen. De uitspraak in kort geding volgt op een prejudiciële beslissing van de Hoge Raad waarin al werd gesteld dat de richtlijn niet in strijd is met zijn eerder arrest over verhoorbijstand.
De Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) en de Nederlandse Vereniging van Jonge Strafrechtadvocaten (NVJSA) hadden zich te weer gesteld tegen de zogeheten Beleidsbrief van het Openbaar Ministerie. Daarin stelt het OM dat een raadsman alleen van tevoren en na afloop van het politieverhoor opmerkingen mag maken en vragen mag stellen. Ook kan de hulpofficier van justitie een raadsman bevelen uit de verhoorruimte te vertrekken als deze zich misdraagt.
De NVSA en NVSJA meenden dat de richtlijn niet overeenkomt met het arrest van de Hoge Raad van 15 december 2015, waarin het recht op verhoorbijstand wordt geformuleerd. In zijn prejudiciële beslissing had de Hoge Raad dit argument al verworpen.
Daaruit volgt dat de Beleidsbrief OM niet als strijdig met het arrest van de Hoge Raad kan worden aangemerkt, stelt de rechtbank in Den Haag nu. ‘Gezien dit oordeel kan de Beleidsbrief OM niet als onmiskenbaar onrechtmatig worden geduid. Er is derhalve geen aanleiding de Beleidsbrief OM (partieel) buiten werking te stellen, of anderszins in te grijpen op de uitvoering daarvan. Evenmin is er aanleiding om de Staat c.s. te gelasten andere maatregelen te nemen ter effectuering van het recht op verhoorbijstand.’
De NVSA en NVSJA moeten bovendien ook de proceskosten van 3235 euro betalen.