Het provisieverbod voor advocaten heeft in de huidige vorm zijn langste tijd gehad. Rechtzoekenden moeten gebruik kunnen maken van internet en sociale media om een advocaat te vinden, stelt voorzitter Jan Loorbach van de Commissie Gedragsregels 2017.

Loorbach was donderdag in Rotterdam bij een debat over de gedragsregels, georganiseerd door de NOvA.  Zijn commissie buigt zich momenteel over herijking van die regels, die dateren uit 1992. Het resultaat daarvan wordt in de loop van volgend jaar verwacht.

Hoe het provisieverbod precies wordt aangepast, blijft vooralsnog onduidelijk. Dat het gaat gebeuren staat vrijwel vast, valt op te maken uit de uitlatingen van Loorbach. Het provisieverbod is destijds ingesteld om de onafhankelijkheid van advocaten te garanderen. Toen was nog nauwelijks sprake van internet en al helemaal niet van bemiddelingssites, die cliënt en advocaat aan elkaar koppelen. Toch wordt de ontwikkeling van juist deze koppelsites belemmerd door het provisieverbod.

De onafhankelijkheid van de advocaat is bij bemiddelingssites echter niet aan de orde, stelde Loorbach donderdag. Hij wees daarbij ook op de dekens die zich eerder dit jaar akkoord verklaarden met sommige vormen van bemiddeling.  ‘De kwaliteit van de verwijzing is een groter probleem. Het is zaak de rechtzoekende naar de juiste advocaat te verwijzen en dat kan in de praktijk tegenvallen. De onafhankelijkheidsvraag is ondergeschikt aan de kwaliteitsvraag.’

Volgens Loorbach gaat de commissie bekijken of bemiddelingssites en de aangesloten advocaten de gewenste kwaliteit kunnen garanderen. Als dat het geval is, ligt aanpassing van de gedragsregel in het verschiet. Loorbach: ‘Rechtzoekenden moeten internet en sociale media kunnen inzetten om een advocaat te vinden, maar wel met een kwaliteitsgarantie.’

Tijdens de bijeenkomst in Rotterdam werd met name een lans gebroken voor versoepeling van de gedragsregels om innovatie te bevorderen. Advocate Jitteke Blussé pleitte voor een ruime uitleg van artikel 361 van de Europese gedragsregels, om gezamenlijke investeringen met partijen van buiten de advocatuur mogelijk te maken. Gebeurt dat niet, dan dreigt Nederland de concurrentie met andere Europese landen te verliezen, waarschuwde ze.

Strafadvocaat Cees Korvinus betoogde dat de beroepsgroep zich los dient te maken van de ‘bevoogdende gedragsregels’. Korvinus, onlangs berispt, vindt dat de Nederlandse orde van advocaten er op moet vertrouwen dat leden de kernwaarden naleven. Het verbod op ‘no cure no pay’ moet van tafel, stelt hij.

Kees Pijnappels

 

 

Advertentie