Het Hof van Discipline heeft een schrapping van het tableau van een advocaat door de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden eerder dit jaar bekrachtigd. Het vertrouwen dat in de deskundigheid en vaardigheid van de advocaat moet worden gesteld ontbreekt volledig, aldus het hof in de uitspraak van 4 november 2016.
Het hof heeft verschillende redenen om tot deze conclusie te komen. Zo vonden de mondelinge contacten met de cliënt in de onderhavige zaak, die ging over de verkoop van een woning die in het bezit was van haar en haar ex-vriend, alleen plaats op de gang van de rechtbank, kort voor de zittingen. Daarnaast is de advocaat niet gekomen tot een analyse van de bestaande problemen of heeft hij een strategie uitgezet om te komen tot een optimaal resultaat. Ook is er geen plan van aanpak opgesteld of heeft hij zijn cliënt geadviseerd over de haalbaarheid van vorderingen en verweren. Er is door de advocaat ook niet gewezen op de risico’s voor de cliënt.
Andere reden om de schrapping te bekrachtigen is dat de advocaat zonder overleg een reconventionele vordering heeft ingesteld zonder de onderbouwing en de hoogte ervan met zijn cliënt te bespreken. Ook heeft de advocaat een door de cliënt geschreven stuk, dat er volgens het hof uitziet als een door een leek geschreven dagvaarding inclusief een petitum, grotendeels heeft overgenomen. Dit petitum is volgens het hof ‘evident ondeugdelijk’. Daarnaast heeft de advocaat in het hoger beroep in de bodemzaak een memorie van grieven genomen zonder de cliënt daarvan in kennis te stellen.
Het hof komt dan ook tot de conclusie dat ‘de behandeling van de zaak door de advocaat ver onder de maat is gebleven van hetgeen van een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat mag worden verwacht’. ‘De deskundigheid en de vaardigheden van de advocaat voldoen bij lange na niet aan de eisen van de professionele standaard.’
Het hof houdt bij zijn beslissing ook rekening met het feit dat uit de disciplinaire documentatie is gebleken dat tegen de advocaat sinds 2007 acht keer klachten gegrond zijn verklaard, drie met oplegging van een voorwaardelijke schorsing. ‘Deze gegrondverklaringen hebben de advocaat kennelijk niet tot het inzicht gebracht dat hij behoorlijke coaching of andere hulp zou moeten zoeken.’
Bekijk de uitspraak hier.
Francisca Mebius